Zwaartekracht bestaat niet

Naast scheikunde, zijn wij, de Scheikundejongens, ook erg geïnteresseerd in andere vakgebieden. Om te beginnen is het de mens die het verschil tussen schei-, natuur- en wiskunde heeft bedacht. Er is natuurlijk maar één natuur, waarin wij deelgebieden hebben gemaakt om een beetje overzicht te houden. Daarnaast kun je met bepaalde dingen uit het ene deelgebied ook hele gave dingen doen in een ander deelgebied. Ik werk nu in een laboratorium waarin natuurkundigen met DNA onderzoek doen naar zelf-assemblage. Heel veel meer overlap dan dit, vind je niet.

Maar goed, omdat we dus van andere vakgebieden houden, schrijven we ook wel eens graag over onderwerpen die maar in de verte te maken hebben met scheikunde. Ik schreef al eerder over prof. Erik Verlinde en zwaartekracht.

Waar ik jullie vanochtend op wil wijzen, is een verzameling Nederlandstalige presentaties van Studium Generale op de website van de TU/Delft. Zoals je in bovenstaande afbeelding misschien wel kunt zien, zit er een presentatie tussen van prof. Verlinde over zijn nieuwe theorie over zwaartekracht. Vooral voor middelbare scholieren die zich afvragen hoe het is om een hoorcollege te krijgen: dit lijkt er verdacht veel op (al is de stof wel luchtig). De meeste lezingen door Studium Generale zijn voor een algemeen publiek, al willen de sprekers nog wel eens wat dieper op de stof in gaan. Voor een lezing van anderhalf uur is dat misschien wat pittig, maar zo op Internet kun je het je nog eens gemakkelijk maken en wat terug luisteren.

De volgende lezingen op de site van de TU/Delft wil ik jullie zeker aanraden:

In de commentaren hieronder horen we natuurlijk graag wat jullie van deze lezingen vinden.

Studium Generale over nanotechnologie

Nanotechnologie. Ik krijg soms een beetje de kriebels van dat woord. Niet alleen omdat ik de indruk heb dat journalisten die met de term strooien vaak geen idee hebben wat het inhoudt (namelijk: gewoon natuur- en scheikunde), maar ook omdat de mogelijkheden naar mijn mening grof overschat worden. Niet zozeer door de wetenschappers in het veld, maar wel door de eerder genoemde journalisten.

Zo las ik recentelijk in een aankondiging van een discussie-avond van Studium Generale over nanotechnologie: “…door je lichaam patrouillerende nanobots die je bloedspiegel perfect op peil houden.” Nanobots? Laat me niet lachen. We hebben al moeite om een beetje mooi en reproduceerbaar nanodeeltjes te maken. Nanobots horen wat mij betreft écht thuis in sciencefictionboeken.

Met zulke absurde toekomstverwachtingen snap ik wel dat ‘het grote publiek’ een angst heeft voor nanotechnologie. Ik zou me ook niet helemaal lekker voelen bij de gedachte dat er nanobots in mijn bloed zouden zitten. Of in mijn hersenen, als groot complot van de overheid om mij zodanig te beïnvloeden dat ik geen kritische vragen meer stel. Ik zie de laatste tijd overigens ook verdacht veel chemtrails.

Hoe dan ook, het is fijn om chemicus te zijn. Dan weet je dat dergelijke zaken écht niet aan de orde zijn (maar mij moet je niet geloven, want ik ben onderdeel van Het Complot). Wat wél aan de orde is, is dat nanomaterialen andere eigenschappen hebben dan hun niet-nano varianten. Goudnanodeeltjes zijn bijvoorbeeld rood van kleur, terwijl goud normaal goudkleurig is. Ook kunnen nanodeeltjes een stuk reactiever zijn. Dat komt omdat bij nanodeeltjes een veel groter deel van de atomen aan het oppervlak zit. Daarom zijn nanodeeltjes erg interessant voor bijvoorbeeld de katalyse. Ook zouden nanodeeltjes vanwege hun grootte wellicht makkelijker cellen kunnen binnendringen. Maar vergeet niet: moleculen zijn vaak nog een heel slag kleiner en kunnen dat dus ook. Alle reden dus om voorzichtig te zijn met het toepassen van nanotechnologie (of liever: nanomaterialen) in consumentenproducten.

Een mooi voorbeeld van nanotechnologie: quantum dots, bolletjes van halfgeleiders van enkele nanometers groot. Afhankelijk van de precieze grootte zenden de quantum dots onder invloed van UV-straling diverse kleuren zichtbaar licht uit. Afbeelding © Scheikundejongens

Terug naar Studium Generale. In de betreffende bijeenkomst (theaterdebat, zoals men het treffend noemt) gaat het publiek discussiëren over nanotechnologie. Acteurs zullen de consequenties van de vragen en beslissingen van het publiek live uitbeelden. Ik weet niet wat ik me daarbij moet voorstellen, maar het klinkt interessant. Ik hoop dat de discussie vooral redelijke wetenschap zal bestrijken en de fantastische sciencefiction aan de acteurs overgelaten zal worden.

Het is het natuurlijk lovenswaardig dat met evenementen als deze aan een breder publiek wordt uitgelegd wat nanotechnologie precies is. Ook is het goed dat hiermee een bijdrage wordt geleverd aan het publieke debat over dit onderwerp, maar ik vind het érg jammer dat men in de aankondiging het grote publiek onnodig bang maakt met zaken die totaal niet aan de orde zijn. Maar ja, zo hebben we in elk geval weer wat om over te discussiëren.

De lezing is op donderdag 21 oktober van 20:00 tot 22:00 uur in de aula van het Akademiegebouw in Utrecht. De toegang is gratis. Na afloop is het debat terug te zien via de website van Studium Generale.