Onderzoek om te lachen: de Ig Nobelprijzen van 2011

Deze week is een spannende week voor de wetenschappelijke wereld, want dit is de week dat de Nobelprijzen worden uitgereikt. Vandaag fysiologie of geneeskunde, morgen natuurkunde en woensdag scheikunde. Vrijdag komt de Nobelprijs voor de vrede, en op een nog onbekende datum deze maand die voor de literatuur. Maandag wordt ook een soort van Nobelprijs voor de economie uitgereikt, de Sveriges Riksbank Prize in Economic Sciences in Memory of Alfred Nobel (“Zweedse Rijksbankprijs voor de Economische Wetenschappen ter nagedachtenis van Alfred Nobel”).

Ook vorige week was spannend, want toen werden de Ig Nobelprijzen uitgereikt: een parodie op de Nobelprijs, voor onderzoek dat je eerst laat lachen en daarna aan het denken zet. Dat het winnen van de Ig Nobelprijs geen deuk in je wetenschappelijke carrière betekent, bewees Andre Geim. Hij won in het jaar 2000 de Ig Nobelprijs voor het laten zweven van een kikker in een magneetveld en won vorig jaar de Nobelprijs voor de natuurkunde voor zijn onderzoek naar grafeen.

Net als bij de echte Nobelprijs, wordt de Ig Nobelprijs toegekend in verschillende categorieën. Bovenop de zes vakgebieden waarvoor een Nobelprijs wordt uitgereikt, is de Ig Nobelprijs er ook voor psychologie, biologie, wiskunde en ‘publieke veiligheid’. Ook dit jaar zijn er weer een heel aantal opmerkelijke onderzoeken in de prijzen gevallen.

Een paar van mijn favorieten. De Ig Nobelprijs voor de scheikunde bijvoorbeeld is uitgereikt aan een onderzoek naar de ideale concentratie wasabi in de lucht om slapende mensen met gehoorproblemen te wekken in geval van nood (patent). Voor de literatuur ging de prijs naar een artikel over hoe te procrastineren en toch nuttige dingen te doen. De prijs voor de wiskunde ging naar een hele groep mensen die stuk voor stuk het einde van de wereld hadden voorspeld, omdat die mensen met hun foute voorspellingen de wereld een wijze les over wiskundige aannames en berekeningen hebben geleerd. En de burgermeester van Vilnius, Litouwen, kreeg de Ig Nobelprijs voor de vrede voor zijn oplossing tegen dure, foutgeparkeerde auto’s.

Dit jaar zijn er ook opvallend veel Nederlanders in de prijzen gevallen. Bijvoorbeeld voor de geneeskunde, voor onderzoek naar het maken van beslissingen terwijl je nodig naar het toilet moet. En voor de fysiologie, voor het aantonen dat het geeuwen van een bepaalde soort schildpadden niet besmettelijk is. Tot slot was er een Nederlander betrokken bij onderzoek dat uitzocht waarom mensen met discuswerpen wél duizelig worden, maar bij kogelslingeren niet. Dit leverde de Ig Nobelprijs voor de natuurkunde op.

De uitreikingen van de Ig Nobelprijs werden live op Youtube uitgezonden. Heb je de uitreikingen gemist, dan kun je ze hieronder ter procrastinatie terugkijken.

De hele lijst met winnaars vind je hier. Over de uitreikingen van de echte Nobelprijzen lees je binnenkort meer!

Vast of vloeibaar?

Iets meer dan een jaar geleden schreven we onder de noemer “Over water lopen? Het kan!” al over het beroemde experiment waarbij je maïzena mengt met water. Er ontstaat dan een niet-newtoniaanse vloeistof: een vloeistof waarvan de viscositeit (‘stroperigheid’) afhangt van de snelheid waarmee het stroomt. In het geval van maïzena en water neemt de viscositeit toe bij toenemende stroomsnelheid; dit heet dilatantie of shear thickening. Bij andere materialen zal de viscositeit juist afnemen, denk aan ketchup of verf. Dit noemen we shear thinning. (Een correcte Nederlandse vertaling van deze term is mij overigens onbekend, heeft iemand een suggestie?)

Of je dergelijke niet-newtoniaanse materialen nu moet beschouwen als vloeibaar of vast hangt vooral af van de tijdsschaal waarop je kijkt en van de grootte van de krachten die erop worden uitgeoefend. Het bekende Silly Putty stroomt langzaam op een tijdsschaal van minuten als er maar kleine krachten op worden uitgeoefend en lijkt dan het meest op een vloeistof. Trek je echter even stevig aan een stukje Silly Putty, dan breekt het. Je kunt er natuurlijk ook een grote bal van maken en deze van hoog gebouw gooien (zie onderstaand filmpje). Dit laat zien dat Silly Putty bij het uitoefenen van grote krachten op korte tijdsschaal ineens het meest doet denken aan een vaste stof.

De overtreffende trap van Silly Putty is wat mij betreft pek, een verzamelnaam voor allerlei zeer visceuze ‘vloeistoffen’ zoals teer en bitumen. Pek is op het eerste gezicht een bros materiaal. Wanneer je er met een hamer op slaat, zal het in vele stukken opbreken zoals een vaste stof dat doet. Dit is op het plaatje hiernaast te zien.

Een beroemd experiment genaamd het pekdruppelexperiment (of Pitch Drop Experiment) aan de Universiteit van Queensland in Australië laat zien dat pek wel degelijk vloeibaar is. In 1927 heeft Professor Thomas Parnell verwarmde, vloeibare pek in een afgesloten trechter geschonken. Dit heeft hij rustig laten afkoelen. Drie jaar later is de trechter geopend en sindsdien valt er ongeveer eens in de tien jaar een druppel pek uit de trechter. Hiermee hebben ze kunnen uitrekenen dat de viscositeit van pek ongeveer 100 miljard (1011) keer groter is dan die van water. Het experiment loopt nog steeds door en heeft daarmee niet alleen een plek in het Guinness Book of Records veroverd als langstlopende experiment, maar ook nog een Ig Nobelprijs opgeleverd.

Sinds 1927 zijn er acht druppels gevallen en de laatste druppel viel op 28 november 2000. Nog nooit heeft iemand echter de druppel daadwerkelijk zien vallen. Ook zijn er geen videobeelden van: door een technisch probleem is het niet gelukt om het vallen van de laatste druppel op te nemen. Aangezien de laatste druppel bijna tien jaar geleden is gevallen, valt het te verwachten dat het niet al te lang meer duurt voordat de volgende druppel valt. Voor degenen die hun geluk willen uittesten: er is ook live beeld (pas op, raar Windows Media Player linkje).

Hoewel pek ten onrechte als vaste stof wordt aangemerkt, wordt van glas juist vaak gedacht dat het vloeibaar is. Er wordt dan gezegd dat bij oude gebouwen te zien is dat het glas in de ramen aan de onderkant wat dikker is. Glas is echter, op enige observeerbare tijdschaal, niet vloeibaar. Wel was men vroeger niet zo goed in het maken van glas dat overal even dik was. Slim als men destijds was, werd gewoon de dikste (en zwaarste) kant van het glas onder geplaatst. Of, om een quote uit een artikel hierover te gebruiken:

(…) window glass will only flow appreciably at room temperature if one waits until the “Second Coming”!

Er wordt geschat dat de tijdsschaal waarop glas vloeibaar is, 1023 tot 1032 jaar bedraagt. Ter vergelijk: de leeftijd van het universum bedraagt ongeveer 1010 jaar, dus voor alle praktische doeleinden is glas, in tegenstelling tot pek, écht een vaste stof.

De Ig Nobelprijzen van 2009

Ook dit jaar zijn er weer alternatieve Nobelprijzen uitgereikt voor ondergewaardeerd onderzoek, de zogeheten Ig Nobelprijzen. Voor wie niet zo snel van begrip is:

ignoble |igˈnōbəl|adjective ( -nobler, -noblest)1 not honorable in character or purpose : ignoble feelings of intense jealousy.2 of humble origin or social status : ignoble savages.

De Ig Nobelprijzen worden jaarlijks uitgereikt voor “Research that makes people laugh and then think”. Net als bij de echte Nobelprijs, worden er prijzen uitgereikt in verschillende categorieën, zoals Natuurkunde, Scheikunde, Vrede, Geneeskunde, Biologie en zelfs Wiskunde (“zelfs”, want laatstgenoemde kent geen Nobelprijs).

Mooi vind ik het onderzoek van Stephan Bolliger, Steffen Ross, Lars Oesterhelweg, Michael Thali en Beat Kneubuehl van de Universiteit van Bern (Zwitserland). Zij kregen de Ig Nobelprijs voor de Vrede vanwege hun onderzoek getiteld: “Are Full or Empty Beer Bottles Sturdier and Does Their Fracture-Threshold Suffice to Break the Human Skull?”. Hoe hebben we ooit zonder deze kennis over straat durven lopen?

Ook de Reserve Bank of Zimbabwe krijgt eindelijk de waardering die zij verdient. Ze worden beloond met de Ig Nobelprijs voor de Wiskunde, “for giving people a simple, everyday way to cope with a wide range of numbers” — in Zimbabwe kon je een tijdje betalen met munten van één Zimbabwaanse dollarcent maar er ook met biljetten van honderd biljoen dollar ($100.000.000.000.000,-). Ja, dat zijn 16 grootteordes! Bedenk: tussen pH 0 en 14 variëren de H+ en OH concentraties slechts veertien grootteordes. Bedankt, Zimbabwe, dit maakt ook de Scheikunde een stuk inzichtelijker.

Ook IJsland valt in de prijzen. De leidinggevenden van vier banken in IJsland ontvangen de Ig Nobelprijs voor de Economie, omdat ze experimenteel hebben vastgesteld dat kleine banken heel snel kunnen veranderen in grote banken, maar dat het omgekeerde ook geen probleem is.

En tot slot de Ig Nobelprijs voor de Scheikunde. Deze is toegekend aan Javier Morales, Miguel Apátiga en Victor M. Castaño. Zij hebben het voor elkaar gekregen om dunne diamantlagen uit tequila te laten groeien:

Diamond thin films were growth using Tequila as precursor by Pulsed Liquid Injection Chemical Vapor Deposition (PLI-CVD) onto both silicon (100) and stainless steel 304 at 850 °C. The diamond films were characterized by Scanning Electron Microscopy (SEM) and Raman spectroscopy. The spherical crystallites (100 to 400 nm) show the characteristic 1332 cm-1 Raman band of diamond.

Hier vind je het volledige artikel. Wie gaat dit thuis proberen, perfectioneren en heel rijk worden?