Het perspectief rondom een nucleaire ramp

Deze dinsdagochtend las ik in de nrc.next het volgende:

“Energie (…) en de wereld [zijn] nog steeds te belangrijk om over te laten aan deskundigen. Een debat van ondeskundigen over technologie en wetenschap is nodig, niet om specialistische oplossingen te verzinnen, maar om politieke doelen te formuleren en risico’s af te wegen.”

— Marjolein Februari, nrc.next, 22 maart 2010

Ik kan wel huilen. Dit is zo dom op zoveel verschillende niveaus, dat ik niet weet waar ik moet beginnen. Het stuk gaat over de correlatie tussen politieke kleur en levensstijl (zoals een stropdas of een hanenkam). En of we het nu juist wel of niet over kernenergie als oplossing mogen hebben.

We vinden het verschrikkelijk wat er in Japan is gebeurd, maar laat dit duidelijk zijn: er zijn niet veel constructies op aarde die een aardbeving met een kracht van 9,0 op de schaal van Richter kunnen weerstaan. Maar toch zijn er wel verdacht veel artikelen in de krant, bloggers op Internet en nieuwsberichten op radio en tv, die hun zorgen tegen kernenergie willen uiten. Natuurlijk is het altijd goed om een uitgebreide afweging te maken als het gaat om gevaarlijke technologie, maar deze timing is ronduit belachelijk.

Toen er een olieramp in de Golf van Mexico plaatsvond — is die bende trouwens al eens opgeruimd? Hoor ik ook nooit meer wat over — toen hoorde ik niemand over het verbieden van het gebruik van fossiele brandstoffen voor auto’s. En als er een vliegtuig neerstort, houdt dat de uitbreidingen van vliegvelden ook niet tegen. Maar als er zich een natuurramp voordoet, waartegen niets of niemand opgewassen is, gaan we twijfelen aan kernenergie.

Dan nog de inhoud van de berichtgeving: in heel Tokio schijnt geen enkele geigerteller meer te koop zijn. En waarom niet? Zodat mensen zelf kunnen meten dat de berichtgeving van de overheid klopt. Er is daar inderdaad 0,003–0.005 µSv aan straling te meten. En hoe weinig schadelijk dat is, wordt prachtig uitgelegd in dit Kennislink artikel. Laten we niet vergeten dat beton ook radioactief is (70 µSv/jaar) en dat de hoeveelheid kosmische straling waaraan je wordt blootgesteld in een vliegtuig in de orde van ~3–5 µSv/uur is. Tot slot: er wordt pas daadwerkelijk kanker aan straling gekoppeld vanaf 100 mSv/jaar.

De ramp in Japan wordt samengeperst tot de problemen met de kerncentrales. Er werd op een goed moment zelfs gesproken over een melt down van de reactor. Heeft iemand enig idee wat dat is? Als je die kennis uit een film hebt, zou ik niet willen stellen dat je enig idee hebt waar je het over hebt. Supersorry. Het heeft niks te maken met grote explosies, enge groene straling of al dat engs. Wat er gebeurt is dat de reactor oververhit en smelt. Meer niet.

“Maar er kan een kernexplosie plaatsvinden!” Nee helaas, weer mis. Er zijn twee dingen heel belangrijk bij het maken van een atoombom: kritische massa en isotopensamenstelling. En beiden zijn extreem ingewikkeld en duur om in een bom-vorm voor elkaar te krijgen, en beiden zijn niet aanwezig in een kernreactor. Er kan dus onmogelijk een kernexplosie plaatsvinden in de reactoren in Japan. Tenzij iemand besluit er een atoombom op te gooien, maar dan moeten we ons opeens over andere dingen zorgen gaan maken.

Samenvattend wil ik alle journalisten en essayisten die zich druk maken, willen vragen om zich te laten informeren door een expert voordat ze ergens over schrijven. En blijf vooral rustig. Ik weet dat al die hitsigheid lekker verkoopt, maar het is niet waar wat er opgeschreven wordt. Tot slot wil ik jullie alsnog aanraden om het verschrikkelijk goeie Kennislink artikel over radioactiviteit te lezen en te luisteren naar de wijze woorden van The Periodic Table of Videos:

Gefeliciteerd!

De afgelopen twee dagen moeten voor veel eindexamenleerlingen heel spannend zijn geweest: de eindexamenuitslagen werden bekendgemaakt. Woensdag hoorden de vmbo’ers of zij geslaagd waren en gister was het de beurt aan de leerlingen van het havo en vwo. Bij dezen willen de Scheikundejongens alle geslaagden van harte feliciteren!

Laten we even terugblikken op het eindexamen scheikunde. Ik schreef al dat ik het een examen van hoog niveau vond dat bovendien vrij lang was. De scholieren vonden dit blijkbaar ook en hebben maar liefst 5451 klachten ingediend. Ook de zogeheten N-term (zie ook wikipedia) laat dit te zien. De N-term is een normeringsfactor tussen de 0 en 2 die gebruikt wordt bij het berekenen van de cijfers. Een hogere N-term betekent dat je voor hetzelfde aantal punten een hoger cijfer krijgt. Voor scheikunde bedroeg de N-term dit jaar 1,6, een stuk hoger dan de afgelopen jaren (in 2006–2009 voor scheikunde-1,2 gemiddeld 0,9). Een moeilijk examen dus.

Er zijn echter nog méér mensen die een felicitatie verdienen. Van 3 tot en met 10 juni vond namelijk de 31e Nationale Scheikundeolympiade plaats. De twintig beste scholieren uit de voorrondes streden om deelname aan de Internationale Scheikundeolympiade en natuurlijk om de eerste plaats.

De beste vier scholieren mogen Nederland gaan vertegenwoordigen bij de Internationale Scheikundeolympiade, die dit jaar in Tokyo (Japan) plaatsvindt van 19 t/m 28 juli. De eerste vier plaatsen zijn voor:

  1. Alex Blokhuis (Pleincollege van Maerlant, Eindhoven)
  2. Istvan Kleijn (Emelwerda College, Emmeloord)
  3. Anatoliy Babic (Stedelijk Lyceum Zuid, Enschede)
  4. Manuel van Rijn (RSG Tromp Meesters, Steenwijk)

Allemaal van harte gefeliciteerd en veel plezier in Tokyo! Kun je niet genoeg krijgen van al die moeilijke vragen? Bekijk dan de opgaven van de voorronde van de Scheikundeolympiade.

P.S. Ionica, ook van harte gefeliciteerd, dubbel!