Een hemel voor documentaire-liefhebbers

Bij tijd en wijle surf ik met mijn bladeraar naar een aangename stek op het Internet: TED. Daar worden fantastische praatjes verzameld die tussen de 2 minuten en 2 uur duren. Er gaat genoeg geld om in het organiseren van dit soort lezingen en de opnames zijn vrij te bekijken en te distribueren. En dat doen we dan ook graag als er wat moois tussen zit.

Nu struikelde ik net op een soortgelijk initiatief: Documentary Heaven. De hemel voor alle documentaire-liefhebbers. Sinds juli 2009 hebben de makers zich maar één doel gesteld: interwebbers vermaken met documentaires. Tot nu toe zijn er al meer dan 1250 video’s. Helaas zijn de meeste in een verschrikkelijke kwaliteit, in het Engels, flash en met een beetje reclame, maar er zitten wel juweeltjes tussen. Ik denk dat veruit de beste die ertussen zit, “The Pleasure of Finding Things Out” is, over Richard Feynman.

Een aantal andere interessante documentaires omvatten, maar zijn niet gelimiteerd tot: “The Six Billion Dollar Experiment” over de LHC, “Absolute Zero” over de zoektocht naar het absolute nulpunt en “Hoffman’s Potion” over LSD en de chemicus Albert Hoffman. Have a nice friday.

Dank voor de tip Ionica

ChemDoodle: een ChemDraw alternatief

Veel scheikundigen zijn waarschijnlijk wel bekend met ChemDraw: een programma waarmee gemakkelijk structuurformules van organische moleculen kunnen worden getekend en reacties met die structuurformules kunnen worden weergeven. Daarnaast kan het NMR- en massaspectra voorspellen. Een andere handige mogelijkheid is dat het systematische namen en enkele veelgebruikte triviale namen kan herkennen en daar automatisch de structuurformule bij kan tekenen. Handig, want dat scheelt veel tekenwerk. Het omzetten van structuurformules tot systematische namen behoort ook tot de mogelijkheden.

Hoe handig ChemDraw ook is, het heeft één belangrijk nadeel: de prijs. Universiteiten hebben vaak een licentie waar alle medewerkers en studenten gratis gebruik van kunnen maken. Val je niet onder één van die twee groepen, dan is het aanschaffen van ChemDraw een duur grapje: ChemDraw Ultra kost voor gebruik in het onderwijs $790,-  en voor commercieel gebruik $2070,-. Voor het goedkopere ChemDraw Pro is dat $310,- respectievelijk $1270,- en de nog goedkopere ChemDraw Std (‘standaard’) kost $150,- / $790,-. De Ultra-versie is het meest interessant, want de goedkopere versies zijn stiekem vrij beperkt: Pro en Std kunnen geen spectra voorspellen en Std kan geen structuren bij namen tekenen en omgekeerd (hier kun je de verschillende versies vergelijken).

Laatst hoorde ik over een interessant alternatief: ChemDoodle. ChemDoodle is een heel stuk betaalbaarder: $59,95 voor een losse licentie (ongeacht of je in het onderwijs zit of niet). Een licentie voor een heel bedrijf of instituut is $999,- per jaar — ik heb me laten vertellen dat een dergelijke ChemDraw Ultra licentie veel meer kost.  Daarnaast is het gebaseerd op Java en werkt het daardoor zowel op Windows, Mac als Linux; ChemDraw is alleen voor Windows en Mac beschikbaar.

ChemDoodle kan veel van wat ChemDraw kan, maar niet alles. Het kan bijvoorbeeld wel NMR-spectra voorspellen, maar massaspectra niet. Je kunt ook structuren laten tekenen op basis van systematische en triviale namen, maar daarvoor moet je wel een internetverbinding hebben: hij zoekt de structuren op in een online database zoals PubChem. Het omgekeerde lijkt helaas niet mogelijk te zijn.

Het tekenen van moleculen werkt prima. ChemDoodle detecteert het automatisch wanneer je een reactie aan het tekenen bent en kan dan zelf alle structuurformules, plusjes en pijlen uitlijnen. Handig en scheelt veel werk. ChemDraw kan dit overigens ook, maar ChemDoodle doet dit naar mijn mening netter.

Ik vind zelf ChemDraw iets prettiger in gebruik, maar dat is waarschijnlijk vooral een kwestie van gewenning. Voor de prijs is ChemDoodle in elk geval een prima alternatief. Niet onbelangrijk: er zit ook een duidelijke handleiding bij. Nieuwsgierig geworden? Download dan hier gratis een probeerversie.

Platform Bèta Techniek

Afgelopen dinsdag ging het bij Pauw en Witteman over een onderwerp dat de scheikundejongens érg belangrijk vinden: er moeten meer bèta’s in Nederland worden opgeleid. De Nederlandse overheid heeft in 2003 het Platform Bèta Techniek in het leven geroepen om hier aan bij te dragen. Om hier een getal bij te noemen: er moesten in 2010 zo’n 15% meer bèta’s en technici het hoger onderwijs (hbo/wo) uitstromen ten opzichte van het peiljaar 2000.

Jeroen van der Veer — tot vorig jaar topman bij Shell — was als voorzitter van het Platform Bèta Techniek te gast bij Pauw en Witteman. Hieronder het fragment. Mocht het niet werken, bekijk het fragment dan hier.

De afgelopen zes en een half jaar heeft het platform ruim 340 miljoen euro geïnvesteerd in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, (v)mbo, hbo/wo, et cetera. Dat is een boel geld, maar heeft dat ook wat opgeleverd?

Het platform is bijvoorbeeld initiatiefnemer van het Universum Programma voor havo/vwo dat in 2005 is gestart. Zo’n 40% van alle scholen doet inmiddels mee aan dit programma en in de afgelopen tijd zijn ruim 75.000 leerlingen ermee in aanraking gekomen. Het percentage vwo’ers dat voor een natuurprofiel heeft gekozen is voor de zogenoemde universumscholen gestegen van ongeveer 52% naar 58%; bij scholen die niet meededen steeg dit van ongeveer 49% naar 55%. Het aantal vwo’ers dat kiest voor een bètaprofiel is maar liefst gestegen met 67%. Het aantal meisjes steeg zelfs met 80%. Niet gek. Meer resultaten kun je hier vinden.

Ook op het vmbo en mbo zijn soortgelijke programma’s gestart (het VMBO- en MBO-Ambitie Programma). De resultaten zijn ook daar goed te noemen: meer leerlingen kiezen voor techniek en ook het percentage meisjes stijgt spectaculair.

Voor het hoger onderwijs (hbo/wo) is er het Sprint Programma. De bèta-instroom bij het hoger onderwijs is sterk gestegen. In 2009 was de stijging voor hogescholen ‘slechts’ 9%, maar bij de universiteiten erg mooie 62%. De uitstroom bleef hier, doordat studies een aantal jaren duren, nog even bij achter. Voor het hbo daalde de uitstroom helaas met 5%  — de instroom is pas de laatste twee jaar echt gestegen. Bij het wo steeg de uitstroom gelukkig wel met ruim 30%, maar daar zette de groei dan ook eerder in. Over de groei van scheikunde in het bijzonder, kon ik geen harde getallen vinden.

Het Platform Bèta Techniek mag trots zijn op de resultaten, vooral gezien de korte termijn waarop ze behaald zijn. Natuurlijk heeft het Platform dit niet in haar eentje bereikt, dus aan alle bètapromotors in Nederland: goed gedaan. En aan alle scholen die nog niet meedoen aan het Universumprogramma: ga dat eens heel snel doen!

Lees de oorspronkelijke plannen uit 2003 en de resultaten tot nu.

Harry Potter zingt The Elements song

Okay okay, het is de acteur die Harry Potter speelt, Daniel Radcliffe, maar MAJOR NERD ALERT!

Als je dit vet vindt, bekijk dan ook onze Nederlandse en Japanse versies.

Edit: Als je gister ook in Utrecht was en je vroeg je ook zo af waarom het zo mistig was: er werd geroddeld dat Daniel Radcliffe gistermiddag in het Spoorwegmuseum was, vanwege de première van de nieuwe Harry Potterfilm (7.1).

Via Central Science en de Kennislink twitter

Goede en slechte promotie: porno

Vorige week werd ik gewezen op het promotiefilmpje van de Radboud Universiteit Nijmegen. Laten we eerst even kijken. Voor degenen die de Playboy niet lezen: de jongedame in kwestie is Ancilla Tilia.

Dit was deel 3 van een serie (deel 1 en deel 2). Wat moeten we hier nou van vinden: een naaktmodel die platte grappen maakt om een universiteit aan te prijzen. Het doet in ieder geval opwaaien [Elsevier]. De Radboud Universiteit is niet blij met het filmpje. Je raadt natuurlijk wel hoe dit gegaan is: het promotiedeel van de universiteit is erg blij met deze aandacht, het bestuur natuurlijk niet. Verdeeldheid en seksisme. Lang verhaal. En dan hebben we het nog niet eens gehad over die verschrikkelijke fout: een lichaam wordt helemaal niet resistent, het zijn de ziekmakers in je lichaam.

Als we het dan toch over de promotie van een studie hebben, en om jullie een referentiekader te geven, dit is het promotiefilmpje van mijn studie.

Een lange versie vind je hier. Tsja, wat moeten we hier dan van vinden? Het is saaier, je kan aanmerkingen hebben op het Engels, maar het geeft in ieder geval een helder beeld en er zitten géén fouten in.

Wat is jullie mening? Ik weet namelijk zeker dat er een paar mensen van beiden universiteiten dit zullen lezen.