Platform Bèta Techniek

Afgelopen dinsdag ging het bij Pauw en Witteman over een onderwerp dat de scheikundejongens érg belangrijk vinden: er moeten meer bèta’s in Nederland worden opgeleid. De Nederlandse overheid heeft in 2003 het Platform Bèta Techniek in het leven geroepen om hier aan bij te dragen. Om hier een getal bij te noemen: er moesten in 2010 zo’n 15% meer bèta’s en technici het hoger onderwijs (hbo/wo) uitstromen ten opzichte van het peiljaar 2000.

Jeroen van der Veer — tot vorig jaar topman bij Shell — was als voorzitter van het Platform Bèta Techniek te gast bij Pauw en Witteman. Hieronder het fragment. Mocht het niet werken, bekijk het fragment dan hier.

De afgelopen zes en een half jaar heeft het platform ruim 340 miljoen euro geïnvesteerd in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, (v)mbo, hbo/wo, et cetera. Dat is een boel geld, maar heeft dat ook wat opgeleverd?

Het platform is bijvoorbeeld initiatiefnemer van het Universum Programma voor havo/vwo dat in 2005 is gestart. Zo’n 40% van alle scholen doet inmiddels mee aan dit programma en in de afgelopen tijd zijn ruim 75.000 leerlingen ermee in aanraking gekomen. Het percentage vwo’ers dat voor een natuurprofiel heeft gekozen is voor de zogenoemde universumscholen gestegen van ongeveer 52% naar 58%; bij scholen die niet meededen steeg dit van ongeveer 49% naar 55%. Het aantal vwo’ers dat kiest voor een bètaprofiel is maar liefst gestegen met 67%. Het aantal meisjes steeg zelfs met 80%. Niet gek. Meer resultaten kun je hier vinden.

Ook op het vmbo en mbo zijn soortgelijke programma’s gestart (het VMBO- en MBO-Ambitie Programma). De resultaten zijn ook daar goed te noemen: meer leerlingen kiezen voor techniek en ook het percentage meisjes stijgt spectaculair.

Voor het hoger onderwijs (hbo/wo) is er het Sprint Programma. De bèta-instroom bij het hoger onderwijs is sterk gestegen. In 2009 was de stijging voor hogescholen ‘slechts’ 9%, maar bij de universiteiten erg mooie 62%. De uitstroom bleef hier, doordat studies een aantal jaren duren, nog even bij achter. Voor het hbo daalde de uitstroom helaas met 5%  — de instroom is pas de laatste twee jaar echt gestegen. Bij het wo steeg de uitstroom gelukkig wel met ruim 30%, maar daar zette de groei dan ook eerder in. Over de groei van scheikunde in het bijzonder, kon ik geen harde getallen vinden.

Het Platform Bèta Techniek mag trots zijn op de resultaten, vooral gezien de korte termijn waarop ze behaald zijn. Natuurlijk heeft het Platform dit niet in haar eentje bereikt, dus aan alle bètapromotors in Nederland: goed gedaan. En aan alle scholen die nog niet meedoen aan het Universumprogramma: ga dat eens heel snel doen!

Lees de oorspronkelijke plannen uit 2003 en de resultaten tot nu.

Bètatechniekloket

Ben je docent en zou je graag zien dat je leerlingen wel eens een gastles kregen van een hoogleraar of iemand uit de industrie? Of zou je graag eens met ze op bezoek willen naar een bedrijf om te laten zien hoe scheikunde in de praktijk wordt gebruikt? Hebben leerlingen een wild idee voor een profielwerkstuk maar weet je er zelf ook niet het fijne van? Als je niemand kent bij een universiteit of bedrijf zijn dit lastige problemen. Daarom komt de KNCV met een datingsite voor beroepschemici en docenten (voortgezet onderwijs, mbo, hbo) die dit probleem moet oplossen: het bètatechniekloket.

De site kent verschillende doelgroepen: docenten, experts, bedrijven, scholen en studenten. ‘Bèta-experts’ en bedrijven kunnen zich op de site aanmelden en aangeven wat ze te bieden hebben. Stageplaatsen voor studenten, gastlessen verzorgen, vakspecifieke vragen beantwoorden, bedrijfsbezoeken organiseren voor studenten of docenten, profielkeuzevoorlichting: alles op bèta-gebied is welkom.

Docenten, scholen en studenten kunnen vervolgens op door de database zoeken naar de hulp die zij graag zouden willen. Ook is er een lijst met actueel aanbod. Deze lijst staat los van de database (die nu nog vrij leeg is) en bevat concrete activiteiten en producten die nu beschikbaar zijn, zoals masterclasses, lesmateriaal of stageplaatsen. Ook is er op de site een agenda met bèta-gerelateerde activiteiten.

De Scheikundejongens vinden dit initiatief natuurlijk erg lovenswaardig en veelbelovend. De site is nu nog een beetje leeg, maar we hopen dat hier snel verandering in gaat komen. Bèta’s in Nederland: meld je aan!

Gratis iPad voor scheikundestudenten

De Scheikundejongens hebben hun bachelorgraad gehaald in Utrecht. De Universiteit Utrecht (UU) is de grootste scheikundeopleiding in Nederland en heeft een prima en breed bachelorprogramma. Nu wil het geval dat de SJs ook aan voorlichting doen voor de UU. Op open dagen, voor vwo’ers die een middag op het lab komen en zo nog wat klusjes. Geweldig werk met veel lachen. Bijkomend voordeel van dit werk is dat we nog wel eens wat horen.

Het aantal vooraanmeldingen van dit jaar is historisch laag (43, -42% t.o.v. vorig jaar). Er hebben zich sinds jaren niet zo weinig middelbare scholieren aangemeld voor de opleiding scheikunde. Niet alleen in Utrecht, overal in Nederland gaat het een beetje rot. 2006 was een Utrechts topjaar (90 eerstejaars), maar sindsdien gaat het niet zo lekker meer.

Ik zou nu een lange verhandeling kunnen houden over hoe dat nou komt. Klassieke bètastudies hebben natuurlijk te lijden onder concurrentie van studies met hippere namen (Natuurwetenschap & Innovatiemanagement en Life Sciences and Technology). Natuurlijk hangen de tegenvallende aanmeldingen ook samen met de nieuwe opzet van het VWO. Er zijn ongeveer evenveel scholieren met een N&G-profiel en een N&T-profiel als voorheen, maar tegenwoordig kan niet iedere N&G-scholier zomaar scheikunde studeren. Natuurkunde en wiskunde B zijn geen verplicht onderdeel meer van het N&G-profiel, maar wel noodzakelijk voor een studie scheikunde. In reactie daarop vereist de UU dat een toekomstige student, natuurkunde en wiskunde B in zijn/haar pakket heeft (er wordt vanuit gegaan dat als je scheikunde wil studeren, dat je dat dan ook al volgde op de middelbare school). Hierdoor vallen wellicht een hoop scholieren buiten de boot.

Het doel van scheikunde-opleidingen is zoveel mogelijk mensen die geschikt zijn voor de studie, ervan te overtuigen die studie te gaan volgen. Wat de UU of andere universiteiten in deze tijden van cri[censuur] in gedachten hebben, dat weet ik niet, maar de Vrije Universiteit van Amsterdam vind blijkbaar dit een mooi moment voor zelfreflectie. Hoe maken we het onderwijs beter?

Wat is er zo speciaal aan deze tijd? Precies, wij leven in het digitale tijdperk. En welke leeftijdscategorie komt hier verreweg het meest mee in aanraking? Precies, jongeren. Dus als je ze ergens mee wil lokken, houd je ze iets voor dat ze mooi vinden. Een gratis iPad. Simpel he? Voorwaarde: maak je bachelor scheikunde af.Een Apple iPad

Nu hoor ik jullie al denken: “Je denkt toch niet dat die scholieren daarin trappen?” of “Zo’n apparaat is toch helemaal niet nuttig voor een studie scheikunde?” Dat eerste is natuurlijk niet waar. Ik hoop dat middelbare scholieren natuurlijk kijken naar het niveau van de opleiding zelf, maar als ik iets geleerd heb van al die jaren voorlichting, is het dat bijkomende zaken als huisvesting, persoonlijke ondersteuning en de (locatie van de) stad verschrikkelijk belangrijk. Het niveau van de verschillende scheikunde-opleidingen in Nederland is niet zo heel verschillend, dus dan gaan dit soort secundaire dingetjes wel snel zwaar meewegen.

Hoe nuttig is een iPad voor een scheikundestudent? Als het beeldscherm een beetje goed tegen ethanol en aceton zou kunnen, zou ik me kunnen voorstellen dat dit een prima vervanging (of in ieder geval aanvulling) is van een labjournaal. Een siliconenhoes beschermt prima tegen de meeste chemicaliën. Een tweede punt zijn de studieboeken. Ik zou willen dat ik mijn boeken digitaal aangeboden kreeg, zodat ik die niet meer mee hoefde te zeulen en altijd kon raadplegen. De iPad is veel lichter dan mijn lichtste studieboek en iBooks (het programma waarmee je boeken en PDF’jes kan lezen) werkt prima. Met iBooks kun je snel door pagina’s heen scrollen, highlights aanbrengen, notities maken (en bewerken) en bladwijzers toevoegen. En dan zijn er ook nog een aantal verschrikkelijk interessante apps.

Dus, lieve mensen van universiteiten, hoe gaan we dit aanpakken? Gaan we studies hippe Engelse namen geven (Molecular Science & Technology), gaan we de studie anders inrichten, komen we met goedkope lokkertjes of gaan we echt eens kijken wat de moderne techniek ons te bieden heeft? De Apple iPad is stiekem niet een heel duur lokkertje (iPad is € 500; voor de crappy laptop die de UU mij 4 jaar geleden aanbood, betaalde ik € 800) maar de mogelijkheden zijn verschrikkelijk gevarieerd. Neem twee of drie programmeurs in dienst die handig zijn met Objective C en laat wat masterstudenten Science Teacher Education eens serieus nadenken over een aantal goeie apps voor de iPad. Programma’s voor de iPod, iPhone en iPad kunnen trouwens prima in elkaar gezet worden met behulp van Apple’s iOS SDK. Enig idee op hoeveel vlakken je hier winst kan halen?

Mijn punt is dat er mogelijkheden genoeg zijn om de studie scheikunde te vernieuwen, maar ik krijg het gevoel dat mensen te lang blijven hangen bij oude ideeën. En probeer door de hele iPad-hype heen te prikken. Ik wil absoluut geen Apple-missionaris zijn, maar ervoor zorgen dat onderwijsmensen bezig blijven met het ontwikkelen van het onderwijs. En volgens mij is scheikunde nou weer typisch iets waarbij creativiteit het belangrijkst is.

Maar goed, totdat mijn ideeën hier een beetje opgepikt worden, kan ik jullie in ieder geval geruststellen: de Scheikundejongens-weblog doet het prima op de iPad.

Kijk hier op de site van de VU voor meer informatie over de iPad-regeling; kijk hier op een blog van de VU over het gebruik van een iPad in het onderwijs; lees hier op het forum van Tweakers.net over de chemische nadelen van een iPad in het scheikunde-onderwijs.