Night of the Nerds

Aanstaande zaterdagavond organiseert Oktober Kennismaand Night of the Nerds.

Datum: zaterdag 9 oktober 2010
Tijd: 19.30–01.00h
Locatie: Science Center NEMO
Inschrijven kan nog hier!

Do I need to say more?

Hier kunnen we heel kort over zijn: hier willen we heen en dat gaan we doen ook.

Afbeelding: © Hein de Kort

Vanaf 19.30h kun je naar binnen en al snel zul je verrast worden door de openingsact door Pierre Wind. Hij zal de grootste cocktail ter wereld shaken. Vanaf dat moment kun je je hart ophalen bij Clinics, Nerdtalks en Experience. Van 22.15–01.00h zal er een feest zijn. De Scheikundejongens vragen zich af wie de afterparty organiseert en waar die zal zijn. LAN-party iemand? Of moeten we onze iPad meenemen?

Er zullen vier Clinics gehouden worden over chemisch koken (met sterificatie, stikstof en infusie), VJs (videomixen), Avatars (virtueel evenbeeld) en moleculair koken (door onze vrienden). Natuurlijk ga je hier zelf aan de slag.

Gaming, 3D en Augmented Reality zijn hip, dus gaan een aantal van de Nerdtalks over deze nieuwe technieken. Ook worden de tactiele dekens en AlphaShere stoel van stal gehaald. De Nerdtalks zijn volgens mij vooral introducties in de clinics en Experiences, dus ik ben erg benieuwd.

Want wat er is zo leuk aan de Experiences? Insecten eten, relaxte effecten en trillingen, 3D printen, een vierde dimensie toevoegen door beeld of geur en een Theremin. Een tehe-wat? Kom langs en ga los op een Theremin. Superdik!

De avond zal worden afgesloten met een feest vol beeld en geluid. VJs en DJs, feromonen en hormonen, soundbites en creative urban reporters. Natuurlijk kun je de hele avond via je mening en ervaring tweeten. Want ook dáár zijn zowel de Scheikundejongens (@Sjs_nl) en Night of the Nerds (@nightofthenerds en #NotN).

Tot slot: de Scheikundejongens mogen VIP kaartjes weggeven! Herinneren jullie je nog de posterwedstrijd? Tim, Roel, Remco en Freddy hebben van ons een mailtje gekregen en krijgen hun kaartjes snel thuisgestuurd. Later hier meer over. Maar vrees niet, er zijn nog altijd gewone toegangskaartjes verkrijgbaar. Bestel ze snel hier en dan zien we jullie daar.

Wat is er nodig voor leven?

Zo is er niets, zo is er iets.

Afgelopen weekend zijn de Scheikundejongens et al. naar science center NEMO geweest. We hebben ons kansloos vermaakt en we kunnen dan ook niet anders dan het iedereen aanraden. Het museum is eigenlijk voor kinderen, maar zelfs wij, doorgewinterde studenten scheikunde, hebben nieuwe dingen gezien. Natuurlijk zou ik daar honderuit over kunnen schrijven en foto’s kunnen includeren, maar dat interesseert jullie natuurlijk niet zo. Leuk dat Mark honderd meter uitpraat en Aldo meters bellen blaast, maar ik wil jullie graag wat vertellen over mijn echte hoogtepunt.

Echte, nieuwe, controversiële wetenschap. Hierover discussieert men al decennia en nog worden controle-experimenten uitgevoerd. Het begon met een publicatie in een van de beroemdste wetenschappelijke tijdschriften ooit en nu stond er een kleine opstelling, middenin NEMO. En te midden van de tumult heb ik er een paar minuten stil naar staan kijken.

Het Urey–Miller-experiment.

Om te bewijzen dat het leven op aarde niet door een almachtig wezen is geschapen, maar door/uit de natuur spontaan is ontstaan, zijn een aantal stappen nodig. Laten we achteraan beginnen. Je weet uit je biologielessen misschien nog wel, dat er een aantal eisen zijn voor ‘leven’. Metabolisme en voortplanting zijn daar twee van. En je weet misschien ook nog wel dat een ‘cel’ de kleinste eenheid van leven is. Per definitie. Een cel is een zakje, gemaakt van een dun membraan van vet, voornamelijk gevuld met water, zouten, RNA/DNA en eiwitten. Dit is het eerste dat je moet weten over het ontstaan van leven: vrijwel alles in een cel wordt geregeld met eiwitten en zouten.

Een enkel aminozuur heeft altijd dezelfde basis, waarbij ‘---R’ een variabele zijgroep is. Meerdere aminozuren kunnen (onder afsplitsing van water) een polyamide vormen (een lange keten).

Zouten zijn meestal niet zo ingewikkeld: atomen met een netto lading. Die zijn er altijd al geweest, daar is de wetenschap het over eens. Maar nu die eiwitten. Die zijn enorm ingewikkeld. Waar komen die vandaan? Nog een stapje dieper: eiwitten zijn (voornamelijk) lange ketens aminozuren. In de natuur — ik bedoel, in alle organismen op aarde — komen vooral 20 aminozuren voor. Als je moeder zegt dat je je vlees op moet eten, is dat omdat niet alle organismen alle aminozuren zelf kunnen maken. Die moeten ze dus uit andere organismen halen. Er zijn nog wel veel meer aminozuren te verzinnen dan deze 20 natuurlijke, maar die zijn niet belangrijk voor het leven (zoals wij dat kennen op aarde). Dit is de tweede stap voor het begrijpen van leven: natuurlijke eiwitten bestaan uit 20 verschillende natuurlijke aminozuren.

We weten al, dat als we specifieke fosfolipiden in water oplossen, ze kleine gesloten dubbellaag-systemen vormen: cellen. Als diezelfde vetzuren, met wat zouten en eiwitten in water oplossen, ontstaan er ook celletjes, met de eiwitten aan de binnenkant. Zo, dat experiment is klaar. Conclusie: de juiste componenten vormen spontaan cellen.

Als we iets over het ontstaan van leven willen zeggen, moeten we afschatten wanneer het eerste leven is ontstaan (de oudste fossielen gevonden zijn ~3,5 miljard jaar oud) en weten hoe de wereld er toen uit zag. Of zoals een chemicus zich zou afvragen: wat waren de reactieomstandigheden? Was er veel water? Was dat water zuur? Zaten daar zouten in opgelost? Was er veel bliksem in die tijd? Hoe warm was de aarde toen? Waren er fluctuaties in omstandigheden? En nog veel meer van dit soort specifieke vragen. Extreem lastig te beantwoorden; extreem lastig te verifiëren. Maar we kunnen wel een afschatting doen.

Nog niet zo lang geleden, dachten we dat de atmosfeer een paar miljard jaar geleden bestond uit o.a. water (H2O), methaan (CH4), koolstofdioxide (CO2), ammoniak (NH3) en waterstofgas (H2). En onweer. Over de precieze samenstelling van de atmosfeer is de afgelopen decennia genoeg gesteggeld in de wetenschap, maar de algemene tendens is: er waren gasvormige verbindingen met o.a. waterstof- (H2O en/of H2), koolstof- (CO2, CO, CH4, misschien wel alkanen) en stikstofatomen (NH3, N2). Klinkt redelijk, toch?

Het Urey--Miller experiment zoals beschreven in hun artikel. Licentie: Wikimedia CC

We hebben nu bijna het hele raamwerk voor een bewijs wel doorgelopen. De dingen die dus aangetoond moeten worden zijn 1) wat zijn de reactieomstandigheden; 2) kunnen onder die omstandigheden bouwstenen (aminozuren, vetzuren, enz.) voor leven ontstaan en 3) kunnen die bouwstenen leven vormen. Dat laatste is ondertussen wel bekend en aannemelijk. Dat eerste is verschrikkelijk lastig, maar wel grofweg af te schatten.

Het vormen van de bouwstenen is ook gedaan. In 1953 deden Stanley Miller en zijn begeleider Harold Urey aan de universiteit van Chicago (USA) een experiment waarbij ze de omstandigheden op aarde ~3,5 miljard jaar geleden na probeerden te bootsen: zij verwarmden water, methaan, ammonia en waterstofgas in een gesloten systeem, leidden dat door een buizensysteempje, lieten bliksem (stroomschokjes) door het gasmengsel en lieten dat weer neerslaan. Na een week namen ze een klein sample en analyseerden de “oersoep.” Wat ze vonden? Onder andere aminozuren, suikers, bouwstenen voor nucleïnezuren (DNA en RNA) en glycerine. Een her-analyse van hun bevindingen in 2008 toonde aan dat ze 22 verschillende aminozuren hebben geproduceerd. Ze hebben met een (vrij simpele scheikundige opstelling) de bouwstenen voor leven gemaakt!

Natuurlijk zijn er achteraf veel zaken op af te dingen. Nieuwe inzichten suggereren dat de reactieomstandigheden op aarde anders waren dan in het lab van Urey en Miller. En zo waren er nog wat haken en ogen. Maar daar dacht ik niet aan, toen ik vorig weekend in NEMO zat te kijken naar een reproductie van datzelfde experiment. Geen volledig bewijs, maar zeker wel een extreem sterke suggestie dat leven op aarde spontaan gevormd zou kúnnen zijn. Maar ook daar dacht ik niet aan. Ik dacht alleen aan het simpele experiment van Urey en Miller en aan hoe blij ze moeten zijn geweest, toen ze erachter kwamen wat voor ingewikkelde moleculen ze gemaakt hadden. Ik heb wel een kwartier naar deze zwenkende pot oersoep zitten staren.

Het originele artikel van Urey en Miller vind je hier. Een ander artikel hier.

Teksten opmaken voor beta’s — een LaTeX introductie

Dit bericht is een introductie in onze nieuwe pagina.

Als je een verslag schrijft, zit je dan ook altijd zo te klooien met de bronverwijzingen? Als je op een computer een Word-bestand probeert te openen, is de opmaak dan ook op mysterieuze wijze veranderd? Als je een tekstbestand naar een vriend stuurt met een ander besturingssysteem, ben jij het dan ook zat dat hij/zij het niet kan openen omdat hij/zij niet dezelfde tekstverwerker gebruikt als jij? Houd jij van een esthetisch document maar weet je niet zoveel van typografie? Ben jij het ook zat om een tekstverwerker te moeten kópen en daarna altijd te blijven updaten en upgraden? Snap jij waarom mensen een vulpen gebruiken?

Als je hier steeds ‘ja’ antwoordt, raad ik je extreem sterk aan om over te stappen op \LaTeX (spreek uit als ‘laa-teg’, als in ‘tech-niek’). \LaTeX is niet een tekstverwerker, maar een tekst-zet-systeem. Het is dé manier om een tekst te schrijven zonder na te hoeven denken over de opmaak. Je typt je tekst, zet daaromheen een klein beetje code en een programmaatje ‘compileert’ (bouwt, drukt, zet of bakt) er een PDF van.

Deze manier van tekstzetten is erg populair bij beta’s (vooral natuur- en wiskundigen), maar nog veel te weinig bij scheikundigen, en daar willen wij iets aan doen. \LaTeX is fantastisch als je veel omgaat met bronnen (raak jij ook altijd de tel kwijt?), formules (zowel wiskundig als scheikundig), afbeeldingen (nooit meer nadenken over waar je ze neerzet) en nog veel meer. En omdat wij ‘a’ zeggen, zeggen wij ook ‘b’: om jullie snel en kort te introduceren in de gemakken die LaTeX biedt en omdat we begrijpen hoe lastig is om iets nieuws te leren, hebben we een introductiepagina over \LaTeX gemaakt. Daar staat hoe je het moet installeren, gebruiken en de simpele handleidingen die ik gebruikte om het te leren.

Een voorproefje. Als je het volgende typt

\documentclass[11pt,a4paper]{article}

\usepackage[dutch]{babel}
\usepackage{url}

\title{\LaTeX\ door Scheikundejongens}
\author{Aldo G.\,M.\,Brinkman \& Mark Vis}
\date{\today}

%%% EINDE PREAMBLE %%%

\begin{document}
\maketitle

Dit is een \LaTeX handleiding voor iedereen, door de Scheikundejongens.
\section{Hoe en wat?}
Lees meer op \url{https://scheikundejongens.nl/latex}
.

\end{document}

…verschijnt er…

Ziet dat er niet kinky uit? Zonder enige opmaak. En geef toe, als je even goed naar de code kijkt, zie je dat er niks gebeurd is. Wil je dit ook leren? Geen probleem, niet moeilijk, helemaal gratis. Lees hier verder.

Tot slot een aanmoediging voor als je het niet meer zit zitten, die tevens mijn lijfspreuk is over tekstverwerken.

Als het opmaken van een tekst in MS Word niet lukt, ligt dat meestal aan Word; als het opmaken van een tekst met \LaTeX niet werkt, ligt dat altijd aan jezelf.

Veel succes.

Toneelstuk Kopenhagen speelt weer

Ruim een jaar geleden schreef ik mijn derde bericht op de Scheikundejongens over het toneelstuk Kopenhagen. Een goeie vriend nodigde me uit om daarheen te gaan met de woorden: “De toegangsprijs staat vast, de inhoud is daarmee volledig ongedefinieerd. Zin om mee te gaan?”. Vijftien maanden later (een paar dagen geleden) kreeg ik een mailtje van het Nationaal Toneel:

Beste Scheikundejongens (& meisjes!),

Van 31 aug t/m 18 sept 2010 spelen wij de succesvolle voorstelling Kopenhagen nogmaals. Deze is dan exclusief te zien in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Op jullie website is al eerder een zeer positieve recensie verschenen. Kunnen jullie de herneming van Kopenhagen onder de aandacht brengen?

Jongeren onder de 26 kunnen voor 11 euro naar de voorstelling!

Ik hoor heel graag wat de mogelijkheden zijn.

Groet,
Dieke

het Nationale Toneel

Zeker een aanrader. Ik herinner me nog dat het goed bezocht werd en dat ik enorm heb gelachen om de verborgen grappen. Wat ik me ook goed kon herinneren, is dat alle cultuurjuppen die om me heen zaten niet begrepen waar ik zo hard om lachte.

Ik zag Kopenhagen in een “intieme” zaal van de Utrechtse Stadsschouwburg, maar deze keer speelt het stuk alleen in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. De voorstelling wordt gespeeld vanaf 31 augustus tot 18 september 2010, dus als de zomervakantie net voorbij is. Kaarten bestellen kan hier. Ik wil er zeker nog eens naartoe, dus ik nodig iedereen van harte uit om mee te gaan. Wanneer gaan we?

NB. Een uitgebreide beschrijving van de inhoud van het toneelstuk lees je hier.

Politiek over nanotechnologie

Woensdag aanstaande mogen we weer stemmen en omdat de Scheikundejongens scheikundigen zijn, willen we dat er gelet wordt op onderzoek en onderwijs. Nu zouden we natuurlijk een mooie opsomming kunnen geven van wat elke partij daarvan vindt, maar iedere weldenkende partij vindt onderzoek (tot op een bepaalde hoogte) natuurlijk een goed idee. Er is ten hoogste discussie over de onderwerpen van het onderzoek. En wat is nou het interessantste voor ons? Precies, nanotechnologie.

Er is al veel onzinnigs geroepen over nanotechnologie en teveel mensen die hier te weinig vanaf weten, hebben over nanotechnologie een mening. Vinden wij. Lang verhaal kort, de Scheikundejongens hebben alle partijprogramma’s gedownload en eens gezocht op ‘nano-‘ en dit zijn onze bevindingen.

Te beginnen met een opsomming van partijen die niks over nano(technologie) in hun partijprogramma hebben: SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, CDA, Christen Unie, VVD, TON, PVV, Piratenpartij, Heel NL, Nieuw Nederland en Lijst 17. Voor de oplettende lezer met een tel-obsessie: lijst 11 doet niet mee aan de verkiezingen. De volgende partijen hebben wel iets te melden over nanotechnologie: D66, SGP, MenS en Partij één.

D66
Nederland is een land van ondernemen, handel en bedrijvigheid. De ‘parels’ van onze economie zijn waterbeheer en innovatieve voeding, maar ook hightech materialen & -systemen en creatieve producten. En tegenwoordig ook nano-technologie, gaming en industriële design-producten. Deze sterktes van ons land kunnen en moeten we in de toekomst uitbouwen. Daar gaan we ons geld mee verdienen in de toekomst. Nederland als onmisbaar knooppunt in het internationale bedrijfsleven.
(…)
Investeren in innovatie. D66 wil innovatie in biomedische ontwikkelingen zoals biobanken, nanotechnologie en stamcelonderzoek ruim baan geven door een ruimhartig beleid en door onderzoeks- en implementatiegelden ter beschikking te stellen. Zorgconsumenten moeten nauw bij innovaties betrokken zijn.

SGP
De voortschrijdende potentie van bijvoorbeeld nano- en biotechnologie roept in heel de maatschappij fundamentele vragen op: Wat is leven eigenlijk? Waar de moderne mens zichzelf tot maat van alle dingen heeft verklaard en niet goed raad weet met deze fundamentele vragen, heeft de SGP hier wel een duidelijke en waardevolle visie op. God heeft het leven geschapen. Zijn Woord is de maat van alle dingen.
Concreet:
– De SGP is tegen genetische modificatie van dieren. De SGP is ook tegen genetische modificatie van gewassen als genen van niet aanverwante soorten ingezet worden. Bij zwaarwegende humane, medische redenen kan hierop een uitzondering gemaakt worden.
– De overheid moet zorg dragen voor een voedselketen die vrij is van genetisch gemodificeerd materiaal.
– Het octrooirecht op genen en plantenrassen moet herzien worden.
– Het maatschappelijk debat over de ontwikkeling en toepassing van technologieën die vergaande invloed hebben op het leven op aarde moet vroegtijdig geïnitieerd en gevoerd worden.

MenS
Nieuwe technologieën
Nieuwe technologieën zijn in ontwikkeling. Zij zijn echter zo ingewikkeld dat het maatschappelijk debat erover stil valt. Te denken valt aan gentechnologie, chiptechnologie en nanotechnologie. Deze wetenschap kan leiden tot nieuwe technieken, maar brengt ook gevaren en risico’s met zich mee. Bij de ontwikkeling en inzet van deze technologieën is wijsheid essentieel. Een dialoog moet op gang worden gebracht aan de hand van simpele, alledaagse voorbeelden en scenario’s, zodat goed overdacht gen-, chip- en nanobeleid kan worden geformuleerd. Het voorzorgsprincipe dient hier altijd het uitgangspunt te zijn.

Partij één
Exponentiele Trends
Steeds meer wetenschappers en longterm trend watchers zijn er van overtuigd dat veel van de meest belangrijke ontwikkelingen niet liniair zijn maar exponentieel zijn van aard. Ray Kurzweil onderbouwt deze theorie in zijn boek ‘The Singularity is Near’. Kurzweil doet belangrijke voorspellingen over de ontwikkeling van technologie die de koers van de mensheid voorgoed zullen veranderen.
Zo zullen we volgens Kurzweil al voor 2030 computers hebben van één000 euro of minder waarvan de prestaties het menselijk brein evenaren. De groei in computerprestaties is exponentieel, dat wil zeggen dat hij steeds sneller gaat doordat hij vermenigvuldigd wordt met een bepaalde factor. Maar niet alleen in de snelheid van computers zien we deze accelererende groei. Ook bijvoorbeeld in biomedisch wetenschap, nano-technologie, wereldbevolkingsgroei, of milieuvervuiling en het opmaken van grondstoffen.

De Juiste Houding
Kenmerkend aan exponentiële groeitrends is dat ze steeds steiler gaan lopen. En als de trend zich zo voortzet word de situatie onhoudbaar en onvoorspelbaar. Dit betekent dat wij, binnen ons huidige systeem van denken en doen, geen antwoord hebben op waar deze trends heen gaan en wat we moeten doen tegen de tijd dat het zo ver is. Als we erkennen dat belangrijke ontwikkelingen exponentieel zijn, kunnen we op drie mogelijke manieren reageren: één) Ontkennen dat er iets aan de hand is; 2) ontwikkelingen tegen proberen te houden, oftewel vasthouden aan het oude bekende; 3) ontwikkelingen erkennen, en onze paradigma’s aanpassen. Deze laatste reactie is de enige juiste en zal leiden tot het identificeren van nieuwe kansen en zal de deur openen voor welvaart en groei.

Wat hebben we nou geleerd? Er zijn veel partijen die zich niet druk maken over nanotechnologie. Dat kan zijn omdat ze er niks vanaf weten, of omdat ze door hebben hoe nanotechnologie zich verhoudt tot natuur- en scheikunde.

D66 wil nanotechnologie ruim baan geven, maar zegt wel iets raars over nanotechnologie. Ze noemen het een biomedische ontwikkeling — en dat is nanotechnologie natuurlijk niet helemaal.

De SGP heeft wat mij betreft een wat lastig verhaal en ik krijg het idee dat ze hun standpunt over nanotechnologie niet helemaal (helemaal niet) uiteenzetten.

MenS heeft wat mij betreft een wat amateuristisch partijprogramma, maar eerlijk is eerlijk, hun standpunt over nanotechnologie is erg realistisch: “Nieuwe technologieën (…) zijn zo ingewikkeld dat het maatschappelijk debat erover stil valt.” Nu kun je jezelf afvragen hoe terecht dit is. Simpele voorbeelden over teddyberen die giftig zouden kunnen zijn zijn wel beeldend, maar niet representatief.

Van Partij één moet ik een beetje huilen. Afgezien van dat er iets mis is gegaan met een find-replace actie, hebben ze geen idee over wat exponentieel betekent. Ze zullen wel de taalkundige ‘exponentieel’ bedoelen, dat zoiets als ‘eerst veel en daarna nog meer’ betekent? Typische voorbeelden van zaken die exponentiële groei vertonen zijn niet wetenschap, technologie, milieuvervuiling en het opmaken van grondstoffen. Ik denk dat als we al deze zaken zouden kwantificeren (op welke manier dan ook), dan een fit met een exponentiële functie op niks uitloopt. Toch schattig geprobeerd. En wat hun punt nou is? Ik denk dat we dat boek moeten gaan lezen en accepteren dat er dingen om ons heen veranderen. Lijkt me een slecht idee. Stoffen die niet gecontroleerd zijn op toxiciteit maar potentieel gevaarlijk zijn, toevoegen aan voedingsmiddelen lijkt me een slecht idee. Ons oude paradigma werkt hier prima: nieuwe dingen moet je testen.

Hebben we jullie interesses in de partijprogramma’s gewekt? Dan kunnen jullie ze hier downloaden. Voor interviews over nanotechnologie met een aantal partijen verwijs ik jullie graag door naar de Kennislink Nanotechnologie vakpagina. Tot slot wil ik jullie allemaal oproepen om te stemmen. Blanco stemmen is altijd beter dan niet stemmen.