Langstudeerders tegen langstuderen

Deze week zijn er in Nederland studentenprotesten tegen de bezuinigingen van ruim 1 miljard euro op het hoger onderwijs (HBO en WO). Vanaf afgelopen maandag tot vandaag worden er in Utrecht, Groningen en Amsterdam achtereenvolgens studiemarathons gehouden en komende vrijdag gaan studenten én docenten uit het hoger onderwijs massaal protesteren op het Malieveld in Den Haag. Op moment van schrijven hebben zich al meer dan 11.000 studenten aangemeld voor deze manifestatie. Maar wat zijn dan die plannen waar we tegen protesteren?

  1. De studiefinanciering voor de masteropleiding vervalt. Je kunt alleen nog geld van de overheid lenen, dus uiteindelijk zul je het helemaal zelf moeten bekostigen Veel masteropleidingen bij exacte studies, zoals scheikunde, duren twee jaar, dus je loopt twee jaar lang (minimaal) € 266,- per maand ‘mis’. Lenen vind ik sowieso een slecht idee (hypotheken uitgezonderd). Nu kun je zeggen dat studenten dan maar (meer) moeten gaan werken naast hun studie. Dat is geen reële optie, want uit eigen ervaring kan ik zeggen dat studeren zeker wel een full-time bezigheid is. Verder is dit een slecht idee, vanwege punt twee.
  2. Als je meer dan een jaar studievertraging tijdens je bachelor of master oploopt, dan:
    • wordt je collegegeld met € 3000,- verhoogd van naar ongeveer € 4700 per jaar;
    • vervalt je OV-studentenkaart;
    • krijgt de onderwijsinstelling waar je studeert een boete van € 3000.

    Ter verduidelijking: als je bachelor 3 jaar duurt en je master 2 jaar, dan mag je 4 jaar over je bachelor en 3 jaar over je master doen zonder extra te gaan betalen. Echter, doe je 5 jaar over je bachelor en twee jaar over je master, dan ben je wel de pineut en betaal je één jaar € 3000,- extra.

Deze maatregelen komen nog bovenop de eerder aangekondigde maatregelen die een tweede studie fors duurder maken. Hoeveel duurder precies hangt af van de opleiding en instelling. Een tweede bachelor in bèta of biomedische richting aan de UU gaat bijvoorbeeld € 9.385,- kosten, terwijl een tweede master in diezelfde richting € 17.700,- gaat kosten. En dan te bedenken dat ik genoeg docenten en professoren ken, die wel (vakken bij) een tweede opleiding gevolgd hebben.

Helaas is het niet zo moeilijk om studievertraging op te lopen. Een bestuursjaar, commissiewerk binnen je studievereniging, een tweede studie, extra vakken volgen bij een andere opleiding, een stage in het buitenland, spelen voor chemiepolitie, een aanstelling als studentassistent: ze leveren allemaal belangrijke ervaring op, maar ze zijn tegelijk een garantie dat je in meer of mindere mate vertraging oploopt. Tot nu toe was dit nooit een groot probleem, maar studenten die wat extra’s doen wordt het nu wel lastig gemaakt, terwijl het bedrijfsleven zit te springen om mensen met bestuurservaring. En dan moeten we ook nog een bijbaantje zoeken om ons onderwijs te bekostigen? O ja, in Zweden is het hoger onderwijs trouwens helemaal gratis.

Mogen we onze minister-president er ook aan herinneren dat hij 7 jaar over zijn studie geschiedenis heeft gedaan? En dat Maxime Verhagen daar zelfs 11 jaar over deed?

Ik ben me er van bewust dat er ook studenten zijn die teveel zuipen daardoor te lang over hun studie doen. Natuurlijk moet dat wél tegen worden gegaan, bijvoorbeeld met strengere bindende studieadviezen. Maar van de voorgestelde maatregelen zijn ook enthousiaste studenten ten onrechte de dupe. Dus teken de petitie en kom protesteren!

Zo promoot je wél

We hebben al vaker geschreven over hoe je scheikunde, of wetenschap in het algemeen, wel en niet promoot. Een pornoster inhuren voor reclame van je universiteit is waarschijnlijk een slecht idee, maar we lieten ook zien dat er bedrijven waren die het wel snappen.

Bladerend op YouTube kwam ik op het kanaal van de Universiteit van Cambridge. Die universiteit heeft duidelijk ook begrepen hoe je wetenschap moet presenteren. Onder de noemer “Cambridge Ideas” leggen wetenschappers op een begrijpelijke manier uit wat voor onderzoek ze doen. Hieronder vind je een aantal mooie filmpjes die enigszins met scheikunde te maken hebben.

In “Sticky feet” legt Chris Clemente op veel te enthousiaste wijze uit waarom insecten tegen een muur op kunnen lopen en zelfs omgekeerd aan een plafond kunnen blijven hangen: ze hebben plakkende voetjes — Van der Waalskrachten in volle actie! Maar hoe komen ze dan weer los?

David MacKay is een natuurkundige en bekend van het boek Sustainable Energy — Without the Hot Air. In het filmpje “How Many Lightbulbs?” legt hij in klare taal uit wat voor maatregelen er nodig zijn om het broeikaseffect tegen te gaan en een energiecrisis te vermijden.

Tot slot een filmpje van Alan Tunnacliffe getiteld “Just Add Water” over organismen die kunnen overleven in de meest bizarre omstandigheden, zoals ondergedompeld in vloeibare stikstof, kokend water, of in extreme droogte.

Weten jullie nog mooie wetenschappelijke promotiefilmpjes? We zien jullie suggesties graag terug in de reacties hieronder.

De Magie van Wetenschap

In het programma De Magie van Wetenschap van de omroep HUMAN worden zeven briljante wetenschappers geportretteerd uit allerlei disciplines: van wiskundige Hendrik Lenstra en theologe Ellen van Wolde tot stamcelonderzoeker Hans Clevers. Het programma wordt gepresenteerd door mathematisch fysicus, en tevens voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Robbert Dijkgraaf.

Afgelopen zondag was het de beurt aan theoretisch fysisch-chemicus Theo Odijk. Odijk kreeg op zijn zevende een scheikundeboek van zijn vader en was gelijk verkocht. Ook ontdekte hij al vroeg zijn liefde voor wiskunde. Tekenend is bijvoorbeeld dat hij als tiener raketten bouwde en dat hij van te voren wou kunnen uitrekenen hoe hij een raket moest bouwen om een bepaalde hoogte te kunnen bereiken.

Odijk is door rugproblemen al een tiental jaar aan bed gekluisterd. Dit is erg vervelend, maar tegelijk geeft hem dit wel de tijd om diep over van alles na te denken. Een erg indrukwekkende reportage. Bekijk de aflevering hieronder of op uitzendinggemist. Andere afleveringen uit deze serie vind je hier.

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Arseenetende bacterie?

Vorige week verbaasde de NASA de wereld met een artikel over een bacterie die bij gebrek van fosfor, arseen kon gebruiken als bouwsteen. Of beter gezegd, de bacterie zou arsenaat (AsO43-) in plaats van fosfaat (PO43-) kunnen gebruiken. Je vraagt je misschien af: waarom is dat bijzonder?

Van een zestal elementen uit het periodiek systeem wordt gedacht dat ze essentieel zijn voor leven zoals we dat op aarde kennen. Waterstof, koolstof, stikstof, zuurstof, zwavel en fosfor komen we in elke levensvorm wel tegen. Natuurlijk zijn er ook andere elementen nodig, maar die zijn vaak wel vervangbaar door een ander element. Een mooi voorbeeld hiervan vind ik het eiwit hemoglobine. Dit eiwit zit in rode bloedcellen en is bij veel dieren (waaronder mensen) verantwoordelijk voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide. In het actieve centrum van dit eiwit zit een ijzeratoom, wat het zuurstof bindt en waaraan bloed zijn rode kleur dankt. In een aantal diersoorten, zoals sommige krabben, zit echter geen hemoglobine, maar hemocyanine. Dit eiwit heeft dezelfde functie, maar bevat koper in plaats van ijzer. Deze diersoorten hebben hierdoor overigens ook geen rood bloed, maar blauw bloed.

Terug naar fosfor. In veel biologische verbindingen komt fosfor voor. Denk bijvoorbeeld aan DNA en RNA, die een ‘ruggengraat’ hebben die bestaat uit fosfaatesters. Als een cel (of dat er nu een van een mens of van een bacterie is) wil delen, dan is er dus onherroepelijk een bron van fosfor nodig om bijvoorbeeld het nieuwe DNA-kopie te kunnen maken.

DNA bestaat uit de vier basen Adenine, Thymine, Cytosine, Guanine (afgekort met A, T, C en G). De basen zitten aan elkaar via een fosfodiësterbinding.

De NASA heeft een bacterie ontdekt die goed blijkt te kunnen overleven in een omgeving met een hoge arseenconcentratie. De bacterie heet GFAJ-1 en is ontdekt in Mono Lake, Californië. Dit meer bevat van nature een relatief hoge concentratie arseenverbindingen (200 µM). Aangezien arseenverbindingen vaak giftig zijn, is het op zich al bijzonder te noemen dat een bacterie in dit meer kan overleven. Er zijn echter ook bacteriën die in bijvoorbeeld zwavelzuur of bij vulkanen overleven, dus in dat opzicht is de ontdekking niet revolutionair. De onderzoekers van de NASA claimen echter ook dat de bacterie het arseen kan inbouwen in het DNA in plaats van fosfor als laatstgenoemde niet voorhanden is. Dit suggereert dat fosfor misschien niet zo essentieel is als gedacht en dit stuit wél veel op weerstand. Fosfor is zo wijdverspreid in biomoleculen dat je niet verwacht dat je zomaar alle fosforatomen kunt vervangen door arseenatomen en dat alles dan keurig blijft werken.

Zoals eerder genoemd bestaat DNA uit fosfaatesters, of meer specifiek fosfodiësters: elke fosfaatgroep maakt twee esterbindingen. Hoewel arseen en fosfor allebei in groep 15 van het periodiek systeem staan, is de verwachting dat DNA met arseen een stuk minder stabiel is dan de normale variant. In het verleden is namelijk al eens onderzoek gedaan naar de stabiliteit van arsenaatesters en daaruit is gebleken dat triësters en diësters in water snel uit elkaar vallen. Snel is in dit geval een paar minuten. Hoewel een bacterie wellicht methodes heeft om dit tegen te gaan, zou dit bij de analyse wel een probleem moeten vormen. De extractie van het DNA uit de bacteriën te halen duurt enkele uren en het DNA is bij deze procedure opgelost in water. Het DNA van de bacterie die groeide met arseen zou dus stuk moeten zijn gegaan, maar bleef heel. Ook ontbreekt er sterk bewijs dat het arseen überhaupt is ingebouwd in het DNA. Er wordt wel wat bewijs aangevoerd, maar er kan zeker niet worden uitgesloten dat er een beetje arseen uit het groeimedium is meegekomen dat de resultaten beïnvloedt. De daarvoor benodigde controle-experimenten zijn simpelweg niet uitgevoerd.

In het artikel wordt beschreven of de bacterie groeit in aanwezigheid van arseen en afwezigheid van fosfor, en het omgekeerde. Helaas blijkt dat het groeimedium met ‘alleen’ arseen (tot 40 mM), vervuild is waardoor er toch nog nog een beetje fosfor (~ 3 µM) aanwezig is. Dat klinkt weinig, maar in de Sargassozee zit honderd keer minder fosfor (~ 10 nM) en daarin groeien bacteriën ook nog prima. In het artikel van de NASA worden ook nog de bacterieconcentraties in de verschillende groeimedia genoemd. Zoals Rosie Redfield in haar blogpost laat zien, is eenvoudig uit te rekenen dat dit ‘beetje fosfor’ meer dan genoeg is voor al het DNA van die bacteriën. Daarnaast barst het in Mono Lake van het fosfaat (~1 mM), dus een evolutionaire drijfveer om arseen in plaats van fosfor te gaan gebruiken is er ook al niet. Jammer.

Hoewel het erg leuk zou zijn als de beweringen van de NASA zouden kloppen, rammelt het artikel dus aan alle kanten. Er is geen direct bewijs dat het arseen daadwerkelijk is ingebouwd, het groeimedium was vervuild en er zijn geen goede controle experimenten gedaan. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. Vooralsnog lijkt het erop dat de NASA ‘slechts’ een arseenbestendige bacterie heeft gevonden die ook kan overleven als er weinig fosfaat aanwezig is. Dat op zich is erg interessant, maar niet zo revolutionair als de NASA ons wil doen geloven.

Lees ook: persbericht NASA, pdf NASA-artikel, en de blogposts van Rosie Redfield en Alex Bradley.

ChemDoodle: een ChemDraw alternatief

Veel scheikundigen zijn waarschijnlijk wel bekend met ChemDraw: een programma waarmee gemakkelijk structuurformules van organische moleculen kunnen worden getekend en reacties met die structuurformules kunnen worden weergeven. Daarnaast kan het NMR- en massaspectra voorspellen. Een andere handige mogelijkheid is dat het systematische namen en enkele veelgebruikte triviale namen kan herkennen en daar automatisch de structuurformule bij kan tekenen. Handig, want dat scheelt veel tekenwerk. Het omzetten van structuurformules tot systematische namen behoort ook tot de mogelijkheden.

Hoe handig ChemDraw ook is, het heeft één belangrijk nadeel: de prijs. Universiteiten hebben vaak een licentie waar alle medewerkers en studenten gratis gebruik van kunnen maken. Val je niet onder één van die twee groepen, dan is het aanschaffen van ChemDraw een duur grapje: ChemDraw Ultra kost voor gebruik in het onderwijs $790,-  en voor commercieel gebruik $2070,-. Voor het goedkopere ChemDraw Pro is dat $310,- respectievelijk $1270,- en de nog goedkopere ChemDraw Std (‘standaard’) kost $150,- / $790,-. De Ultra-versie is het meest interessant, want de goedkopere versies zijn stiekem vrij beperkt: Pro en Std kunnen geen spectra voorspellen en Std kan geen structuren bij namen tekenen en omgekeerd (hier kun je de verschillende versies vergelijken).

Laatst hoorde ik over een interessant alternatief: ChemDoodle. ChemDoodle is een heel stuk betaalbaarder: $59,95 voor een losse licentie (ongeacht of je in het onderwijs zit of niet). Een licentie voor een heel bedrijf of instituut is $999,- per jaar — ik heb me laten vertellen dat een dergelijke ChemDraw Ultra licentie veel meer kost.  Daarnaast is het gebaseerd op Java en werkt het daardoor zowel op Windows, Mac als Linux; ChemDraw is alleen voor Windows en Mac beschikbaar.

ChemDoodle kan veel van wat ChemDraw kan, maar niet alles. Het kan bijvoorbeeld wel NMR-spectra voorspellen, maar massaspectra niet. Je kunt ook structuren laten tekenen op basis van systematische en triviale namen, maar daarvoor moet je wel een internetverbinding hebben: hij zoekt de structuren op in een online database zoals PubChem. Het omgekeerde lijkt helaas niet mogelijk te zijn.

Het tekenen van moleculen werkt prima. ChemDoodle detecteert het automatisch wanneer je een reactie aan het tekenen bent en kan dan zelf alle structuurformules, plusjes en pijlen uitlijnen. Handig en scheelt veel werk. ChemDraw kan dit overigens ook, maar ChemDoodle doet dit naar mijn mening netter.

Ik vind zelf ChemDraw iets prettiger in gebruik, maar dat is waarschijnlijk vooral een kwestie van gewenning. Voor de prijs is ChemDoodle in elk geval een prima alternatief. Niet onbelangrijk: er zit ook een duidelijke handleiding bij. Nieuwsgierig geworden? Download dan hier gratis een probeerversie.