Bizarre link

Vorige week op een feestje drukte een chemicus mij een krantenknipsel in de handen. Voor de wat jongeren onder ons: vroeger werd het nieuws éénmaal per dag op papier gedrukt en daarna rondgebracht. De aanbieder van het uitgeknipte stukje papier wist me niet te vertellen wanneer het gedrukt was maar de advertenties op de achterkant van het knipsel waren bizar. De aangeboden goederen werden van de hand gedaan voor bedragen met een vreemde eenheid. Den gulden.

Het knipsel beschreef een website die opgericht is in 1997. Bizarre Labs zegt een museum te zijn voor klassieke doe-het-zelf experimenten. De webstek won verschillende prijzen, maar allemaal in het vorig millennium (toen Yahoo! nog hip was en het Internet nog een vrachtauto). Desalniettemin heb ik me kansloos lang vermaakt met alle experimenten die er te vinden zijn.

Ik kan hier lang of kort over zijn, maar ik stel voor dat je zelf een kijkje neemt. Fantastische nostalgische gevoelens maakten zich van mij meester, aan een stijl waarin websites gelukkig niet meer worden gemaakt. Klik snel door naar de categories pagina voor veel experimenten die je, zo wordt beloofd, thuis in je eigen keuken kan uitvoeren. Maar je scheikundedocent wil er vast wel een aantal in de les doen.

Bedankt voor de tip, pappa van Anne

Te weinig tekens

Zo, nu is het wel weer genoeg geweest. Mijn docenten wiskunde en natuurkunde klaagden maar raak: “Sorry, maar deze k betekent iets anders dan die k.” En niet één keer, nee nee, geregeld. Presentaties, boeken, artikelen (zowel wetenschappelijke als populair geschreven). Allemaal verwarrend en allemaal hetzelfde probleem. Als we nou appels én peren N noemen, dan zie ik het verschil ook niet meer.

Dus hierbij mijn tip van de dag aan iedereen die wel eens iets schrijft met letters. Gebruik de volgende tekens, en als dat niet genoeg is, kun je er altijd nog super- of subscripts aan toevoegen. En als dát niet genoeg is, zet je er een tilde (~) boven, of een streep erdoorheen ($\hbar$) of gebruik je één van onze tien cijfers (1; 2; 3; 4; 5; 6; 7; 8; 9; 0).

Is dit duidelijk genoeg? Ben ík duidelijk? We hebben veel om uit te kiezen. Doe er iets mee.

Chemische fomules in Word

Als je iets schrijft over scheikunde, wil je nog wel eens een structuurformule in je tekst zetten. Er zijn een aantal programma’s die hele mooie structuurformules (zowel 1D als 2D, soms 3D) kunnen maken. Verreweg het meest fantastische en uitgebreide chemische programma dat ik ken, is Chemdraw. Maar voor iedereen die de $2.000 wat veel geld vindt voor een kopie van ChemDraw, heeft Microsoft een alternatief.

Chemistry Add-In for Microsoft Office Word — of wat korter, Chem4Word — is gratis en open-source. Dat betekent dat iedereen het mag gebruiken en programmeurs/ontwikkelaars zijn vrij de code aan te passen. Misschien wat minder interessant voor de gemiddelde gebruiker: Chem4Word gebruikt Chemical Markup Language (CML), dat gebaseerd is op XML. De clou is dat de onderliggende code platte tekst is, maar dat die wel plaatjes kan genereren.

Pablo Fernicola legt in het volgende (Engelse) filmpje uit hoe het werkt. Merk op dat Chem4Word alleen werkt voor Office 2007 en 2010. Als je een oudere versie draait: bespaar je de moeite.

Voor hen die een gratis programma zoeken dat chemische formules en structuren maakt, is er nog ChemSketch Freeware. Dit programma is voor niet-commerciële doeleinden en de gratis versie komt zonder technische ondersteuning. Als je dus vragen hebt, of het is kapot, word je door de makers niet geholpen.

En dan sluit ik graag af met mijn lijfspreuk over tekstverwerken:

Als het opmaken van een tekst in MS Word niet lukt, ligt dat meestal aan Word; als het opmaken van een tekst met LaTeX niet werkt, ligt dat altijd aan jezelf.

Chem4Word via Chemical & Engineering News

Luchtdruk en een blikje

De moleculen in de lucht om ons heen botsen constant tegen ons aan, maar vreemd genoeg merken we daar in de praktijk weinig van. Toch is de kracht die de lucht op ons uitoefent gigantisch. Normaal is de luchtdruk ongeveer 1 atmosfeer, oftewel 105 N/m2. Om een indruk te geven van hoeveel dat is: dat is gelijk aan het gewicht van 10.000 kilogram en dat op élke vierkante meter, of 1 kg op elke cm2.

Om te laten zien wat voor een enorme kracht dit eigenlijk is, kun je thuis met een leeg frisdrankblikje, water, een tang en een fornuis een leuk experiment doen. Doe het volgende:

  • Vul een bak met water. De bak moet diep/groot genoeg zijn om het colablikje in te kunnen zetten. Een gootsteen werkt ook prima.
  • Neem een leeg blikje en spoel het goed om. Doe er een bodempje water in.
  • Verwarm het blikje met bijvoorbeeld een gasfornuis totdat het water in het blikje goed kookt. Zorg ervoor dat het blikje niet droogkookt.
  • Pak het blikje met een tang op en zet het omgekeerd in de bak met water. Schrik niet.

Wat is hier gaande? Wanneer je het water in het blikje kookt, wordt het blikje gevuld met stoom in plaats van lucht. Koel je die stoom af, dan zal het weer condenseren tot water waarbij het volume ruim duizend keer kleiner wordt. Het blikje deukt razendsnel in.

Door het blikje omgekeerd in het water te zetten, zorg je er niet alleen voor dat het condenseren van de stoom enorm snel gaat, ook voorkom je dat het blikje snel lucht van buiten zou kunnen aanzuigen. Het blikje zou wel water kunnen opzuigen, maar dit gaat relatief traag. Daardoor neemt de druk in het blikje sterk af, terwijl de buitenlucht nog wél met 105 N/m2 op het blikje aan het drukken is. Met andere woorden: de buitenlucht drukt nog steeds op het blikje, maar er zit niets meer in het blikje dat terugduwt. Het arme blikje is niet bestand tegen dit drukverschil en zakt in elkaar. Wie had gedacht dat lucht zo gewelddadig kon zijn?

Heb je niet de mogelijkheid, zin of tijd heeft om het experiment zelf uit te voeren, dan kun je in onderstaand filmpje het experiment ook duidelijk zien.

Schietkatoen

Katoen komen we in het dagelijks leven erg veel tegen, bijvoorbeeld in bankbiljetten en kleding (spijkerbroeken, T-shirts en labjassen). Het heeft namelijk erg prettige eigenschappen: het gaat lang mee, brandt slecht en kan goed tegen allerlei chemicaliën.

Katoen bestaat voor een groot deel (>90%) uit cellulose. Dit is een polymeer dat bestaat uit aan elkaar gekoppelde glucosemoleculen. Dit soort polymeren worden ook wel polysacharides genoemd. In onderstaande afbeelding zie je hoe twee van die glucosemoleculen aan elkaar zijn gekoppeld. In één cellulose-molecuul kunnen meer dan tienduizend glucose-eenheden aan elkaar geknoopt zitten.

Cellulose bevat OH-groepen en daar kunnen organisch chemici veel leuke dingen mee. Zulke functionele groepen kunnen namelijk gemakkelijk allerlei reacties aangaan, zoals veresteringen. Een voorbeeld van zo’n verestering is het aanbrengen van nitraatgroepen (R-O-NO2). Wat dan ontstaat, ziet er als volgt uit:

Bovenstaande stof heet schietkatoen. Ook de term nitrocellulose kom je vaak tegen, maar deze is eigenlijk fout: in het molecuul zitten geen nitrogroepen, alleen nitraatgroepen. Een betere naam is dan ook cellulosenitraat.

In tegenstelling tot gewoon katoen brandt schietkatoen super snel. Dat komt omdat de nitraatgroepen als inwendige zuurstofleverancier functioneren: er hoeft daardoor minder zuurstof uit de lucht te worden gehaald. Dat kun je heel mooi zien in onderstaand filmpje. Hierin zie je eerst gewoon katoen branden en daarna schietkatoen.

Zelf schietkatoen maken is vrij eenvoudig, maar niet zonder gevaar. Doe dit dus onder professionele begeleiding, bijvoorbeeld met je docent scheikunde.

Voor het maken schietkatoen heb je het volgende nodig:

  • 100 mL bekerglas;
  • 1 L bekerglas;
  • pincet;
  • glazen roerstaaf;
  • watten (van 100% katoen, staat op de verpakking);
  • geconcentreerd salpeterzuur;
  • geconcentreerd zwavelzuur;
  • wat papieren doekjes zoals keukenpapier (optioneel).

Schietkatoen maak je als volgt. Voer onderstaande altijd uit in een zuurkast. Er komen nogal nare dampen bij vrij.

  • Begin met het maken van nitreerzuur. Breng hiertoe 25 mL salpeterzuur in het 100 mL bekerglas. Schenk vervolgens, terwijl je roert, langzaam 50 mL zwavelzuur bij het salpeterzuur. De oplossing wordt heet. Let op: schenk altijd zwavelzuur bij salpeterzuur en doe nooit het omgekeerde! Als je knoeit met nitreerzuur, ruim dit dan niet op met papier, want dan nitreer je het papier. Spoel het weg met veel water.
  • Laat de oplossing afkoelen tot ongeveer kamertemperatuur.
  • Wanneer de oplossing is afgekoeld, leg je er een paar katoenen watjes in. Gebruik hiervoor het pincet.
  • Vul het 1 L bekerglas met water. Breng de watten, nadat ze een kwartier in het nitreerzuur hebben gelegen, over  in het bekerglas met water en roer eventjes om het nitreerzuur grotendeels weg te spoelen.
  • Haal de watten uit het water leg ze op een doekje. Leeg het bekerglas in het afvalvat ‘anorganisch/zuur’ en vul het weer met water. Maak de watten opnieuw schoon. Herhaal dit een aantal keer totdat het water niet meer zuur is. Dit kun je controleren met een pH papiertje of door het toevoegen van wat natriumwaterstofcarbonaat (zie je gasontwikkeling, dan is het nog zuur).
  • Maak de watten zo droog als mogelijk door ze uit te persen tussen twee papieren doekjes.
  • Laat de watten enige tijd drogen aan de lucht, totdat ze droog aanvoelen. Het is af te raden om het schietkatoen te drogen in een droogstoof, omdat het dan spontaan kan ontbranden.

Om het gedroogde schietkatoen te testen, leg je een klein plukje op iets dat vuurvast is. Steek het aan met een lange keukenaansteker, gloeiende houtspaander of (mijn favoriet) een hete glazen staaf. Als alles goed is gegaan, zie je iets soortgelijks als op onderstaande foto.

Tot slot een profielwerkstuktip: als je dit een interessant onderwerp vindt, zou je voor je profielwerkstuk kunnen kijken hoe de brandsnelheid wordt beïnvloed door samenstelling van het nitreerzuur (verhouding salpeterzuur/zwavelzuur) en de tijd die het katoen in het nitreerzuur doorbracht.