Proefjes voor het basisonderwijs

In 2004 is op initiatief van Het Grote Wetenschappelijke Opperhoofd Robbert Dijkgraaf, de website proefjes.nl opgericht. Op deze website zijn eenvoudige experimenten te vinden voor kinderen vanaf 8 jaar. De proefjes laten de leerlingen op een leuke manier kennis maken met natuurkunde, scheikunde en biologie. Voor de proefjes zijn over het algemeen geen bijzondere materialen nodig en de proefjes zijn kind-veilig.

De proefjes zijn ingedeeld rond thema’s, zoals lucht, vuur, water en elektriciteit. Ook zijn bijvoorbeeld alle scheikunde-gerelateerde proefjes terug te vinden via scheikunde.proefjes.nl. Leerkrachten uit het basisonderwijs kunnen voor hun leerlingen kant-en-klare werkboeken downloaden. Verder zijn er op de site ook filmpjes te vinden die in samenwerking met de VPRO zijn gemaakt. Helaas is voor het bekijken van die filmpjes RealPlayer nodig, wat toch een beetje uit de tijd is geraakt. Misschien kunnen de makers de filmpjes ook op YouTube zetten? Wel zo eenvoudig.

Op de site staan een boel leuke proefjes. Een aantal van mijn favorieten zijn:

Er staan nog veel meer leuke proefjes op de site, dus neem vooral een kijkje.

De blogosphere is dood — Leve de blogger

De blogosphere is de verzameling van alle weblogs op het Internet. Weblogs zijn een van de oudere vormen van webpagina’s op het Internet en ik weet zeker dat ze nog lang zullen blijven bestaan. Helaas ben ik een uitzondering: de weblog schijnt dood. Aan alle kanten hoor ik opeens dat bloggen uit is en dat Twitter (formeel een microblog) en Facebook ervoor zorgen dat niemand meer blogt. Heeft de TV de radio verdreven? Of heeft Internet ervoor gezorgd dat niemand meer TV kijkt? Gaat de iPad ervoor zorgen dat de desktop uitsterft?

De Wiskundemeisjes hebben zich teruggetrokken en plaatsen alleen nog de columns die ze schrijven voor de Volkskrant; de weblogverkiezing van Nederland “Dutch Bloggies” houdt er na 10 jaar mee op en dan krijg ik een mailtje van een trouwe lezer die denkt dat bloggen dood is. Hij bedoelt het niet verkeerd. Dat haalt hem de donder, want hij begint er net zelf eentje: Chemielog. Ik wens hem alle succes.

Wat mij bij het begin van de Scheikundejongens al opviel, is hoe enorm veel Engelstalige weblogs er over scheikunde zijn — en hoe verschrikkelijk weinig er in het Nederlands zijn. Zelfs als ik bedenk dat er meer Engelstaligen dan Nederlandstaligen verbonden zijn aan het Internet. Als we nu eens alle commerciële en overheidsgefinancierde blogs weg denken, dan kan ik de de hoeveelheid Nederlandse scheikundeblogs op één hand tellen. Zó weinig heeft de Nederlandse chemicus toch niet te vertellen?

Het is gemakkelijk om hier cynisch over te doen: die zogenaamde Nederlandse kenniseconomie waar politici zo prat op gaan, wordt systematisch ondermijnd. Studenten moeten belachelijke bedragen gaan betalen voor alle extra’s die ze naast hun studie willen doen, politici hebben geen idee wat voor gave dingen ze allemaal kunnen doen om scholieren te interesseren in wetenschap en universiteiten krijgen veel minder geld te besteden aan onderzoek en wetenschappers.

Begrijp me niet verkeerd. Ik heb niet alle kennis in pacht, maar ik weet wel wat ik interessant vind. De Scheikundejongens is een weblog die ik zelf leuk vind om te lezen. Nu heb ik het geluk dat ik geen probleem heb met Engelse teksten, maar sommige middelbare scholieren worden volgens mij toch af geschrokken door Engelse teksten. Snap ik ook wel een beetje. Vandaar dat ik zo graag zou willen dat er meer leesvoer in het Nederlands beschikbaar komt. De volgende generatie wetenschappers laat zich niet zomaar overhalen. Ik denk dat er genoeg ruimte is in de (scheikundige hoek van de) Nederlandse blogosphere en ik weet zeker dat er genoeg is om over te schrijven.

Lieve scheikundigen in Nederland, lieve natuurkundigen, lieve biologen, lieve wiskundigen, lieve alles-wat-ook-maar-iets-met-bèta-te-maken-heeft: registreer een leuk domeintje en blog.

Overpeinzing over systemen

Wij scheikundigen kennen het periodiek systeem der elementen goed. Maar niet alleen wij kennen het. Je leert er al over op de middelbare school en het staat symbool van de hele scheikunde.

Mijn overpeinzing op deze vrijdag: zijn er ook andere (bèta)vakgebieden met een soortgelijk systeem?

Afbeelding via Backreaction

Het vloeien van kennis deel 1

Wat ik me eigenlijk pas vrij laat realiseerde, is hoe kennis stroomt. Ik lees wel eens een boek en daar leer ik dan uit. Misschien klinkt de vraag wat suffig en lijkt het antwoord voor de hand te liggen, maar toch wist ik een hele tijd niet hoeveel gedoe het is voordat we iets tot ‘waar’ bestempelen.

Alles wat ik ooit over (bijvoorbeeld) scheikunde weet, heeft iemand ooit uitgezocht en opgeschreven. Dat is weer door anderen gelezen, misschien eens vertaald en nog een keer opgeschreven. Weer iemand anders… enzovoorts. Nu is het mooie aan natuurwetenschappen (scheikunde, biologie en natuurkunde, maar ook paleontologie, aardwetenschappen en sterrenkunde) en wiskunde, dat het niet uit maakt hoe de vertaling plaatsvindt. Je kan zeggen dat onze kennis over de natuur robuust is. Er is nou nooit (of in ieder geval extreem weinig) gebakkelei over wat een ander-talige auteur nou precies bedoelde. In de literatuurwetenschappen is dat praktisch een van de hoofdvragen.

Bonus points if you can identify the science in question

Onze taal is de wiskunde. Hoe we dat weten? Ik denk niet dat daar een antwoord op is. Het is een beetje als het kip en het ei. Zijn natuur en wiskunde hetzelfde en heeft de mens alleen maar op hoeven letten om achter de wiskunde te komen, of heeft de mens de wiskunde uitgevonden en is dat de reden waarom we sommige dingen niet kunnen bewijzen? Voor deze levensvragen wijs ik jullie door naar de Wiskundemeisjes. Ik weet dat Jeanine een masters degree heeft in de filosofie van de wiskunde.

Wat voor ons interessant is, is dat wij regels hebben om de natuur te beschrijven. Die regels zijn niet in een natuurlijke taal, zoals Nederlands, Engels of Duits, maar in de fantastische taal, de wiskunde. En dit is de reden waarom de natuurwetenschappen (samen met wiskunde) ‘De Exacte Wetenschappen’ worden genoemd. Geen gezeur over wat er bedoelt wordt. Het is zo, of niet.

Volgende keer vertel ik over wanneer en waarom we iets ‘waar’ noemen en hoe groot de korrel zout is die we er bij nemen.

Down down, baby get down

Heb jij je ook wel eens afgevraagd hoe klein dingen zijn? Gewoon, in het algemeen. Ik kwam deze flash tegen op de site van de universiteit van Utah (dat ligt in de Verenigde Staten). Hij toont hoe groot een lettergrootte 12 punten is (millimeterschaal). Daarna kun je inzoomen tot een koolstofatoom (picometerschaal). Ik vind wel dat er indrukwekkend veel tussen ligt.

Genetica van de Universiteit van Utah

De rest van de site staat vol met informatie over biochemie en celbiologie. Ze hebben ook een mooie verzameling informatieve fimpjes over cellen. De dynamica en communicatie van cellen word goed beschreven en er wordt goed gebruik gemaakt van wat Internet en flash allemaal kan.

Ook hebben ze een serie virtual labs: als je meer wil weten over DNA extractie, PCR, gel electrophoresis of DNA microarrays kun je ook bij hen terecht. Ergens anders op de site wordt ook uitgelegd hoe je van DNA naar eiwit komt. Supervet.

Alle scheikunde- en biologieleraren verzamelen! Gebruik deze in je les!