Nobelprijs Scheikunde naar computerberekeningen aan moleculen

Deze week worden de Nobelprijzen weer uitgereikt en zojuist is die voor Scheikunde bekend gemaakt. Voordat ik het onderwerp van dit jaar zal uitleggen, kan ik alvast verklappen: als de Nobelprijs aan meer dan 3 mensen tegelijk uitgereikt mocht worden, zaten er zéker een aantal Nederlanders tussen. Desalniettemin is het onderwerp ontzettend gaaf en ik zal hieronder in lekentaal uit de doeken doen, waarom deze drie mannen wonnen.

The Nobel Prize in Chemistry 2013 was awarded jointly to Martin Karplus, Michael Levitt and Arieh Warshel "for the development of multiscale models for complex chemical systems".
De Nobelprijs in de chemie 2013 is uitgereikt aan Martin Karplus, Michael Levitt en Arieh Warshel “voor de ontwikkeling van multischaal-modellen voor complexe chemische systemen”. Afbeelding Noble Foundation.

Verder lezen Nobelprijs Scheikunde naar computerberekeningen aan moleculen

CHAINS11 Live-blog

Zoals ik een tijdje geleden hier aankondigde begint morgenochtend het congres CHAINS 2011. Dat is hét Nederlandse scheikundecongres en zal de komende drie dagen plaatsvinden. Er komen per dag meer dan duizend bezoekers en ik ben door de organisatie NWO-CW gevraagd om live verslag te doen van het congres. Eerder schreef ik in aanloop naar het congres, al een blog op de site van CHAINS. Hier op de Scheikundejongens-blog zal ik de komende drie dagen bijhouden wat er te doen is, foto’s uploaden en het heetste nieuws verslaan. Je kan me ook volgen op Twitter: @AldoGMB of via #chains11.

Woensdag 30 november: De laatste congresdag

16.30h — Ik ga naar huis. Het was een prachtig congres maar nu ben ik echt gesloopt. Volgend jaar weer.

15.45h — Uitreikingen van de posterpresentatie-prijzen. En zoals dat gaat met dat soort uitreikingen, verslapt de aandacht in de zaal. Posters uit verschillende thema’s krijgen een prijs. De jury is zoals gebruikelijk lovend over de kwaliteit van de posters en de presentaties. Tot slot wordt iedereen die mee heeft geholpen aan het congres van harte bedankt. Ik ben zelf ook erg tevreden. Mijn eerste echte grote congres. Geweldig. Perfect.

14.40h — De closing lecture van Avelino Corma gaat over anorganische chemie en katalyse. Dat mag ook wel, want de meeste keynote lectures hadden een keihard biochemisch thema. Ik heb eens rondgevraagd en schattingen naar hoeveel biochemici er in Nederland zijn, zijn rond de 30–40%. Krap zes van de negen praatjes was biochem en dat viel meerdere mensen op.

De presentatie van Avelino Corma is de laatste van het congres.

13.35h — De laatste heerlijke lunch. Men is duidelijk een beetje moe. De koffie is niet aan te slapen. Drie dagen congres is lang en het feest van gisteravond heeft ook z’n tol geëist. Ondanks dat niemand klaagt, heb ik al wel iemand in slaap zien vallen boven haar lunch. Snap ik wel een beetje. De lounge is ook wel heel erg chill.

De laatste keer lunch in de lounge. Het is duidelijk wat rustiger, zo op deze laatste congresdag.

11.30h — Vanochtend zijn de laatste parallelle presentatiesessies. Over twee uur zijn er 128 parallelle praatjes gegeven. Een enkele presentatie de afgelopen paar dagen was echt ronduit slecht, maar deze vier zijn heel erg goed. Toegegeven, ze sluiten ook wel goed aan op m’n eigen interesse.

De laatste 20-minuten parallel-praatjes die ik bijwoonde waren erg goed.

09.00h — De wake up call van vandaag zal ik later hieronder embedden. Een overzicht van de tweede congresdag.

08.55h — ’s Ochtends in de ontbijtzaal van het hotel kom ik prof. Chad Mirkin tegen. Zo zit ik rustig aan m’n bammetje, en zo schud ik zijn hand. Wow.

Dinsdag 29 november: De tweede congresdag

Verder lezen CHAINS11 Live-blog

Een PWS-ideetje over resistente bacteriën

Zo af en toe krijgen we vragen over een profielwerkstukidee. Ook omdat zoveel bezoekers ons vinden via Google met de zoekwoorden “profielwerkstuk”, “pws” en “scheikunde”, hebben we eens een Profielwerkstukpagina in elkaar gedraaid. Wordt veel bezocht. Deze week kregen we het het volgende mailtje.

Hallo,

Mijn vriendin en ik doen ons PWS over antibiotica resistentie. We willen hier ook graag iets praktisch bij doen, in de vorm van een proefje. Maar op internet hebben we tot nu toe nog niet iets gevonden wat we geschikt vonden. Nu vroegen wij ons af of jullie misschien een idee hebben.

Alvast bedankt!
Groeten Lisa

Na wat nadenken en rondvragen hebben we een lange mail teruggestuurd. Maar, omdat we vinden dat Lisa en haar vriendin zo’n goed idee hebben, willen we ons antwoord ook graag met de rest van de wereld delen. Hieronder de mail die we teruggestuurd hebben, die vooral gaat over veiligheid en het idee achter resistentie. Met een uitgebreid experiment. Enjoy.

Dag Lisa,

Leuk idee! In de eerste instantie dacht ik dacht het nog wel snel gevaarlijk kon worden, maar dat valt mee. Zoals je misschien al achterhaald hebt, zijn er een heleboel bacteriën die niet goed zijn voor mensen. Daarom was je altijd je handen als je naar de wc bent geweest. En als je een willekeurige stam bacteriën (die slecht of onschadelijk zijn voor mensen) resistent maakt, zijn ze mogelijk nóg gevaarlijker.

Een voorbeeld: stel, jullie hebben een petrischaaltje met een vieze E. Coli gevonden. De meeste E. Coli groeit het beste bij 37ºC (lichaamstemperatuur), en zal het niet zo goed overleven bij 49ºC. Wat jullie zouden kúnnen doen (maar wat ik afraad zonder dat jullie je laten begeleiden) is die bacteriën een tijdje laten groeien bij 38ºC, dan een tijdje bij 39ºC, enz… totdat je bij de 49ºC bent. Dit kan zo een week of wat duren. Wat nu gevaarlijk kán zijn, is dat als deze bacterie je ziek maakt, je hem nu sterker aan het maken bent, waardoor hij je nóg beter ziek kan maken. Ook kan hij in meer soorten milieus overleven, wat overdracht van de bacterie vereenvoudigt.

Maar goed, ik neem aan dat jullie slimme meiden zijn, en jullie je goed laten begeleiden. Wat ik denk, dat jullie goed moeten begrijpen, is het volgende: bacteriën hebben een bepaalde optimale set groeiomstandigheden. Een optimale temperatuur, pH, zoutconcentratie van de omgeving, en soort en hoeveelheid voedingsbodem. Als de bacteriën in een ander milieu komen, gaan ze meestal dood of stoppen ze met groeien. Het fijne aan bacteriën is dat ze zich snel vermenigvuldigen. Waar een generatie mensen ongeveer 20–35 jaar duurt (de meeste mensen krijgen dan kinderen), is dat bij bacteriën meestal minuten of uren (afhankelijk van de bacteriesoort en milieu). Belangrijkste factoren zijn hoeveelheid voeding en temperatuur.

En dan komen we nu eindelijk bij een antwoord op jullie vraag: wat jullie kúnnen doen (maar waarvan ik de gevaren slecht kan inschatten) is dat jullie wat bacteriën oogsten (haal een wattenstaafje langs een vieze wc-bril, een tweede langs je wangslijmvlies, een derde langs wat aarde, enz. In Yakult zitten ook superspeciale bacteriën) en die proberen te laten groeien in een petrischaaltje. Als jullie dat onder de knie hebben (en geen last hebben van schimmels in jullie petrischaaltjes), kunnen jullie gaan kijken waar ze dood van gaan. In het voorbeeld hierboven noemde ik al temperatuur, maar je kan ook denken aan bacteriedodende zeep (Dettol), Alcohol, heel hard tegen ze schreeuwen, weet ik veel. Stap drie is dan hele kleine hoeveelheden zeep aan de bacteriën geven, zodat ze tijd hebben om eraan te wennen. Ik laat het aan jullie over hoe dat wennen werkt. Daar kun je een prima hoofdstuk van je PWS over schrijven (hint hint hint!). Als de bacteriën gewend zijn, kun je de dosis (temperatuur, hoeveelheid zeep, enz) opvoeren, totdat je bij de dosis aankomt waarbij ze voorheen dood gingen. Als ze dan nog leven, hebben jullie met veel succes een bacteriestam resistent gemaakt.

Wat ik aan jullie overlaat is waarop je bacteriën het beste kan laten groeien (gewoon in een petrischaaltje gooien werkt niet), hoe je kan controleren hoeveel ze gegroeid zijn, en hoe het mechanisme van resistentie in elkaar zit. Ow, en vergeet ook niet uit te leggen wat bacteriën zijn en hoe ze zich voortplanten.

Misschien dat ik nu al een veel te groot gedeelte van jullie profielwerkstuk voor heb gekauwd, maar ik denk ook dat het experiment dat ik hierboven beschrijf misschien wel een grote uitdaging is voor leerlingen van een middelbare school. Ik denk wel dat als jullie dit uitgebreid uitwerken, dat jullie docent trots op jullie zal zijn. Laat het me weten als jullie over een jaar een cijfer hebben. Vind ik leuk.

Als jullie nog meer hulp nodig hebben, raad ik jullie aan om contact te zoeken met een universiteit in de buurt (of een hoge school). Die hebben meestal wel professionele hulp voor bij profielwerkstukken. Bijna elke universiteit heeft ook wel een gewoon lab waar jullie onder assistentie wat proeven zouden kunnen uitvoeren. Dan gebeurt alles in ieder geval wel veilig.

Zet’m op en ik hoor graag nog eens van jullie.

Groeten,

de Scheikundejongens

Vrouwen in de wetenschap

Eerlijk gezegd vind ik dit een heel lastig onderwerp. Ik ben een blanke, West-Europese man, hooggeschoold, opgegroeid in een blanke (voornamelijk laaggeschoolde) omgeving. Ik vind het lastig om te praten over discriminatie, feminisme en racisme. Voornamelijk omdat ik er weinig ervaring mee heb, of me er gewoon niet van bewust ben. Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand uitgescholden werd, of nadelig behandeld werd om zijn huidskleur, geloof, geslacht of wat dan ook.

Aanstaande vrijdag vindt “Women in Chemistry — The elements of success” plaats. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) organiseert — ook omdat het het Internationale Jaar van de Chemie is — de dag ter promotie van de vrouwelijke wetenschapper. Een goed idee, zou je zeggen. Maar is dit wel nodig?

Ik vind positieve discriminatie iets raars. Als er twee mensen even geschikt zijn voor een baan, wordt er voorkeur gegeven aan diegene die uit een bepaalde bevolkingsgroep komt. In dit geval: als een vrouwelijke studiegenote en ik samen naar eenzelfde positie zouden solliciteren, zou zij gekozen worden, omdat ze een vrouw is. De reinste discriminatie natuurlijk. Maar omdat er te weinig vrouwen in onze beroepsgroep zouden zitten, zou zij de voorkeur hebben. Natuurlijk zijn twee sollicitanten nóóit gelijk, omdat twee mensen ten opzicht van elkaar altijd andere voor- en nadelen hebben. Zij zou bijvoorbeeld beter artikelen kunnen schrijven dan ik, maar mijn labjournaal is beter. Beide eigenschappen zijn even belangrijk, maar toch geeft een professor de voorkeur aan een van twee de eigenschappen. Daarnaast moet hij (?) dan ook nog eens haar vrouw-zijn in overweging nemen. Ik vind het maar een lastig verhaal.

Dan is er nog het volgende: een vriendin van me heeft een tijdje geleden op haar oude middelbare school verteld over hoe het is om als vrouw, scheikunde te doen. De middelbare school wilde bètawetenschappen promoten onder meisjes. Dus die vriendin kwam langs om te vertellen. Heel positief over scheikunde vertellen. Tsja, dat kan alleen maar op liegen uitlopen, want scheikunde (en wis- en natuurkunde idem dito) zijn gewoon hele pittige studies waar je heel veel tijd mee kwijt bent. Begrijp me niet verkeerd, ik heb het gevoel dat vrouwen misschien wel beter (kunnen) zijn in bètawetenschap dan mannen. Daarnaast is 1/3 deel van de (totaal 60 tot 90) scheikundestudenten in Utrecht vrouw, wat me helemaal geen rare score lijkt. Wat vertel je die meisjes op de middelbare school nou? Dat het heel goed te doen is voor vrouwen? Dat het heel leuk is? Dat het heel spannend en enerverend is? Dat is het natuurlijk allemaal wel, maar dat vind 90% van de middelbare scholieren natuurlijk niet.

Dan is er nog de laatste rariteit: de vrouwenbeurs. Dit is eigenlijk ook positieve discriminatie, maar dan zonder het ‘positieve’. Als vrouw kun je geld aanvragen om dingen te doen in de wetenschap: stages, onderzoek, reizen, van alles. Mannen kunnen dit niet, want er bestaan natuurlijk geen mannenbeursen. Snap ik, maar voelt wel raar. Ik doe nu een buitenlandstage en omdat ik een blanke, Nederlandse man ben, zonder extreem hoge cijfers, kan ik maar aanspraak maken op één beurs. Als vrouw kun je voor duizenden (als je er tijd in steekt tienduizenden) euro’s ‘verdienen’ met een buitenlandstage van zes maanden. Wat mij als vrouw nou dwars zou zitten, is het volgende: je wilt als vrouw serieus genomen worden. Je wilt dat anderen je afrekenen op je wetenschappelijke kwaliteiten en niet benadelen om je geslacht. Om jezelf wat op weg te helpen, vraag je een vrouwenbeurs aan, maar dan bevoordeel je jezelf wél weer door gebruik te maken van je vrouw-zijn. Een paradoxale oplossing.

Samengevat: ik vind het maar een lastig verhaal. Ik vind het verschrikkelijk belangrijk dat iedereen wordt afgerekend op wat hij doet, niet op wie hij/zij is. Ik vind het niet zo spannend of iemand nou vrouw of homo of niet-blank is. Ik vind dit vooral een ingewikkelde discussie. Misschien is zo’n dag ter promotie van de vrouwelijke wetenschapper nog niet zo’n slecht idee.