Lab op een 0,50 dollar postzegel

In de wondere wereld van de nanomaterialen is George Whitesides een grote naam. Hij produceert enorm veel artikelen, is een originele wetenschapper en is niet te beroerd om een praatje te geven aan niet-wetenschappers. En het mooie? Zijn artikelen lezen goed weg en zijn praatjes zijn duidelijk. Deze zag ik op TED talks.

Professor Whitesides vertelt hier over welke problemen er zich voordoen in de wereld van de lage-kosten wetenschap. Als iemand ziek is, zou elke dokter graag wat testjes doen. In onze moderne en rijke wereld is dat meestal geen probleem. Lang leve ziektekostenverzekering. Maar als we de Derde Wereld ook mee willen laten genieten van de (onze) welvaart, zullen er een aantal dingen drastisch moeten veranderen. Drie typische zaken die je nodig hebt om een onderzoek te doen zijn geld voor materiaal, een laboratorium en iemand die verstand heeft van het onderzoek.

Iedereen kan een goedkope thermometer bedienen en als hij/zij weet wat (ab)normale lichaamstemperaturen zijn, gaat diagnostisering goed. Je kan deze ‘test’ uitvoeren zonder laboratorium, dus is hij goedkoop en voor iedereen bruikbaar. Een test waar vroeger nog wel een dokter voor nodig was, maar tegenwoordig niet meer, is een zwangerschapstest. Bij de drogisterij zijn kleine zwangerschapstests te koop die eigenlijk een klein laboratoriumpje zijn. Meestal zitten er op zo’n kleine-schaal-lab twee indicatoren: eentje die toont of de test werkt en eentje geeft de uitslag van de (zwangerschaps)test. Uitgebreidere tests zoals naar aanwezigheid van ziekmakende virussen of bacteriën vereisen praktisch altijd geschoolde onderzoekers, een lab en instrumenten. En een dokter die bloed heeft afgenomen van de patiënt.

Terug naar prof. Whitesides. Hij vertelt dat het tijd wordt dat er meer geld en onderzoek moet gaan naar een laboratoria op postzegelschaal. En dan bedoelt hij niet alleen de grootte-schaal, maar ook de kosten van productie. Alleen op die manier kan onderzoek op grote schaal mogelijk worden.

Dit vind je misschien een wat overduidelijke intro voor een logisch verhaal, maar het is nodig. We moeten minder materialen verbruiken en kennis (in dit geval in de vorm van een simpele test) gelijkmatiger verdelen als we de Derde Wereld mee willen laten doen.

Scheikundige sieraden

Als je iets creatiefs gemaakt hebt, kun je dat verkopen op Etsy. Dat is zoiets als de Amerikaanse Marktplaats voor zelfgemaakte dingetjes. Die dingetjes kunnen van alles zijn. Speelgoed, tassen, boeken, kaarsen, muziek, patronen, kleding, geekery en sieraden. Je voelt het al aankomen: iemand tipte me over de sieraden die daar verkocht worden. En ja, allemaal handgemaakt! Als je favoriete molecuul cafeïne is, theobromine (interessantste stof in chocolade) of je wil een setje kopen, dan is dit je site. Prijzen variëren van tientallen tot honderden dollars.

Cafeïne is de stof in koffie die je zo lekker scherp en wakker maakt.
Theobromine is de interessantste stof in chocolade. Vind ik. Detail: cafeïne en theobromine verschillen maar één methyl (-CH3) groep.
Er zijn vier DNA baseparen, afgekort met G (guanine), C (cytosine), T (thymine) en A (adenine). G zit altijd tegenover C en T tegenover A (defecten daargelaten). Hoe romantisch is het dan, als de naam van je geliefde begint met de letter die tegenover het basepaar zit waarmee jou naam begint?

Bedankt voor de tip Inger.

Periodiek douchegordijn te koop

Yes! Gevonden. Hét periodieke systeem der elementen, op een douchegordijn. Op ThinkGeek zijn een heleboel van dit soort dingen te vinden, ook koelkastmagneetjes en iets dat heet ‘The Game of Life’. Helemaal fantastisch.

Hoe ik hierop ben gekomen? SheldonShirts.com! Supervette meuk, waaronder (de links naar) het Star Trek 3D schaakbord, enorm veel shirts die ook in The Big Bang Theory gedragen worden, Howards belt buckles en wat saaie (Sheldon) quotes. De fansite die iedere TBBT fan gezien moet hebben.

Secretaresses verbranden magnesium

Magnesium is een wat vreemd metaal. Het is lichter dan aluminium en het brandt. En een metaalbrand moet je niet blussen met een CO2-blusser. Helaas kun je brandend magnesium ook niet blussen met water, omdat het reageert tot (brandbaar) waterstofgas. En waterstofgas in de buurt van vuur, geeft meer vuur.

Kleine hoeveelheden magnesium zijn niet lastig te ontsteken, maar grote blokken zijn enorm lastig. Een kleine schilfer warmt snel op, maar een groot blok niet. De warmtecapaciteit en de geleiding zijn groot genoeg. Dit wordt gedemonstreerd door een paar ‘tong-in-wang’ secretaresses in het volgende filmpje.

Gezien op Boing Boing

Over een omslagpunt

Als je een brood bakt kun je jezelf een bakker noemen, als je een fiets hebt gerepareerd een fietsenmaker en als je post rondbrengt postbode. Youp zegt dat pas als je je geld eraan kan verdienen, je een cabaretier bent.

Maar wanneer ben je chemicus? Ik gooi wel eens wat bij elkaar, maar ik kan absoluut m’n huur niet bij elkaar sprokkelen met mijn alchemie.

Ondertussen heb ik een bachelor diploma en mag ik ‘BSc’ achter m’n naam zetten. Dat mag je na drie jaar studeren. Ik heb niet zo’n ongelooflijk hoge dunk van die drie jaar. Ofwel, ik kijk meer op tegen m’n leraren dan daarvoor en krijg niet de indruk dat ik veel weet (ofwel, begrijp). Ik krijg ook niet het idee dat er werkgevers in Nederland zijn die me een scheikunde-gerelateerde baan aan kunnen (lees: willen) bieden.

Over een jaar hoop ik m’n masterdiploma te krijgen. Tegenwoordig zet je dan heel stoer ‘MSc’ achter je naam. Vroeger ‘drs.’ ervoor. Als je in Amerika na wat vakken toch niet besluit je PhD (hier: doctoraat) te halen, krijg je bij wijze van gouden handdruk (lees: oprotpremie) een Master of Science titel. Niet heel indrukwekkend, zo’n drop-out label. Niet dat een doctorandus titel (vertaald: ‘hij die nog doctor worden moet’) een mooie uitleg heeft. Ik heb begrepen uit ‘Onder Professoren’ je niet trots hoeft te zijn op een drs. titel, tenzij je bezig bent met je promotieonderzoek.

Stel — en ik zal in m’n handjes knijpen als die dag aan mag breken — ik behaal mijn doctoraat. Naast dat ik pseudo-status geniet en in een hogere salarisschaal ingedeeld wordt, is er geen twijfel meer over of ik chemicus ben. Na ondertussen negen jaar ervaring (een dan aanzienlijk deel van mijn leven) is mijn rugzakje wel vol. Vol genoeg om mezelf voor te stellen als volwaardig chemicus.

Maar wanneer ben ik (wordt men) nou chemicus? Op welk moment ben je mens-af en chemicus-aan? Er zijn wat duidelijke momenten (BSc, MSc, PhD) in het opleidingstraject van een chemicus, maar geen van die drie is duidelijk de overgang zelf. Welke van die drie bepaalt nou of je chemicus bent?

Of is het stiekem geen van drie? Is het ergens tussendoor gebeurd? Zijn het de zuurvlekken in m’n labjas die me gedoopt hebben? Is het eelt op m’n handen van het uittreksels schrijven genoeg teken van kennis? Of is spierpijn in m’n rug van het voorover hangen in een zuurkast genoeg? Is een gebroken fles ammonia (p.a. natuurlijk, heb ik weer) naast een leermoment, ook een omslagmoment?