Van een andere stand

Wat is dat toch met die natuurkundigen? Nu wil het lot dat ik studentvoorlichter ben. Op open dagen vraagt de universiteit mij en een aantal anderen om versgebakken vwo’ers uitleg te geven over wat studeren inhoudt en ze duidelijk te maken dat scheikunde wel/niet bij hen past. Ofwel, dat is hoe ik het zie.

Vorige week was ik bij de ‘Late Beslissersdag’ van de UU bij de scheikunde stand. Wij stonden tussen farmacie, natuurkunde en ‘natuurwetenschappen en innovatiemanagement’ (NW&I). Geheimpje: zoals Groningers en Friezen, of land- en waterscouts, of Vlamingen en Walen, zo hebben ook farmaceuten, biologen, schei-, natuur- en wiskundigen een beetje afgunst jegens elkander. Wiskundigen vinden natuurkundigen te toegepast; natuurkundigen vinden scheikundigen te toegepast; scheikundigen vinden biologen niet exact genoeg en biologen willen niks te maken hebben met de farmaceuten. Eigenlijk vinden scheikundigen ook NW&I’ers, farmaceuten, biochemische wetenschappers (en eigenlijk alle andere natuurwetenschappers met een vage benaming) niet exact genoeg.

On the other hand, physicists like to say physics is to math as sex is to masturbation.

(Een kort woord om mezelf in te dekken: ik weet natuurlijk prima dat alle wetenschappen die aan de universiteit onderwezen worden, degelijk zijn. Zoals eigenlijk water- en landscouts van elkaar houden omdat het allebei scouting is, zo houd ik van elke andere academische studie.)

Maar nu komt het. Tijden de Late Beslissersdag had onze stand een opstelling met wat interessant-uitziend glaswerk, gevuld met water, kleurstof en droogijs (vast CO2, voor rook-effecten). Een willekeurige NW&I’er van tegenover ons komt naar een vwo’er toe (waarmee ik stond te praten) en hij oreert: “Dit is maar oplichterij. Wil je echt weten wat er aan de hand is, kom dan bij ons!” en hij neemt de vwo’er mee…

Zoiets belachelijks had ik nog nooit meegemaakt. Afgezien van dat ik nog nooit een NW&I’er een scheikundig vraagstuk heb zien oplossen: sinds wanneer staan we hier om zieltjes te winnen? Mij kan het niet schelen wat die vwo’er gaat studeren, als hij maar gaat doen wat hij wil.

En het toppunt van de dag: we hadden ook wat quantum dots onder een UV-lamp (synthetische nanokristallen die afhankelijk van de grootte, ander licht uitzenden onder UV-licht). Waarop een natuurkundige naast ons uitkraamt: “Maar dat is helemaal geen scheikunde, dat is keiharde natuurkunde!”

Heeft iemand ooit een natuurkundige uitgelegd wat harde synthese is? Of een definitie gegeven die schei- van natuurkunde scheidt? Hoeveel scheikundige analysemethoden ken jij die niet gebasseerd zijn op spectroscopie? En hoeveel die dat wel zijn?

Kom op mensen. Zijn alle natuurwetenschappers niet gelijk? Sommigen klooien wat meer met formules, anderen staan in een labzaal, maar allemaal doen we natuurwetenschap. Hierbij roep ik op tot verbroedering en smeek om wederzijds begrip. Misschien dat jouw discipline abstracter is (of juist niet) dan de mijne. Dat vind ik okay, maar de dag dat een natuurkundige niet naast me wil zitten tijden de lunch omdat ik een scheikundige ben zal ik vervloeken en ik zal de academische wereld achter me laten.

Take that, chemists!

Profielwerkstuk onderwerpen

We kregen de vraag “wat is nou een leuk onderwerp voor een profielwerkstuk over scheikunde?” Natuurlijk zijn wij de beroerdste niet, dus hier een lijstje met leuke experimenten — dat vinden wij in ieder geval — waar goed een profielwerkstuk omheen te bouwen is.

Synthese (maken)

Hoewel bovenstaande onderwerpen onder “maken” staan, betekent dat niet dat je helemaal niets hoeft te meten. Als je iets hebt gemaakt, wil je daarna ook weten hoe zuiver het is. Denk bijvoorbeeld aan analyses met infraroodspectroscopie, gaschromatografie, dunnelaagchromatografie of NMR.

Analyse (meten)

  • Oppervlaktespanning / kritische micel concentratie bepalen (denk ook aan dingen als zeep, teflon, speciale planten)
  • Chemiluminescentie: werking van luminol, katalysatoren hiervoor vergelijken
  • Bepalen aspartaamgehalte in frisdranken
  • Bepalen cafeïnegehalte in koffie, thee, cola, …
  • Bepalen theobromine/cafeïne in chocolade
  • Bepalen alcoholgehalte in zelfgebrouwen bier (of wijn)
  • Bepalen ijzer-, chroom-, aluminium-, koper-, nikkel-, calcium-, magnesium-, natriumgehaltes, etc in voeding, staal of leidingwater
  • Bepalen fosforzuurconcentratie in cola, fanta en andere dranken
  • Aantasting van tanden door cola of andere zure dranken
  • Bepalen nicotinegehalte in sigaretten(rook) of nicotinekauwgom
  • Bepalen capsaïcinegehalte in verschillende soorten rode peper
  • Bepalen kininegehalte in tonic
  • Bepalen fluoridegehalte in tandpasta
  • Maken van/onderzoek naar zonnebrandcreme
  • Kleuren in vuurwerk
  • Viscositeit

Bepalingen van biologisch actieve stoffen zoals cafeïne of aspartaam kun je ook goed combineren met een onderzoek naar de werking/bijwerkingen ervan, bijvoorbeeld als je je profielwerkstuk zowel over scheikunde als biologie doet. Dat geldt ook voor de synthese van pijnstillers.

Er zijn ook dingen die je vooral niet moet doen:

  • ‘Onderzoek naar DNA’: te algemeen en te lastig
  • ‘Onderzoek naar kanker’: idem
  • Ingewikkelde (meerstaps) syntheses
  • Onderzoek naar explosieven
  • Het Miller-Urey experiment
  • Onderzoek naar stamcellen

Zorg dat je jezelf gerichte vragen stelt. Een vraag zoals “wat zijn de effecten van feromonen?’’ is te algemeen. Het aantal feromonen is te groot om op te noemen, en ze hebben allemaal verschillende effecten. Hoe kun je zo’n vraag dan ooit beantwoorden?

Tot slot: wanneer je er niet uit komt, je toffe experiment niet op school kunt uitvoeren of je een analyse niet op school kunt doen, neem contact op met de profielwerkstukken hulp Scheikunde aan de Universiteit Utrecht of check google voor een universiteit in de buurt. Ze helpen graag!

edit: omdat dit bericht zo populair is, hebben we een speciale profielwerkstuk-pagina met meer en uitgebreidere suggesties aangemaakt.