Chemie is Overal begint weblog

Misschien heb je wel eens gehoord van Chemie is Overal. Dit is een imagotraject dat wil laten zien wat chemie is, wat je ermee kunt en waarom het belangrijk is. Ze willen de chemie promoten door toegankelijkheid. Chemie is Overal is een initiatief van Regiegroep Chemie.

Het leukste onderdeel van Chemie is Overal — en waar we al eens eerder over schreven — is het spel Mijn Chemie. Door het beantwoorden van vragen, kun je atomen verzamelen, waartegen je producten kan fabriceren. Die producten zijn punten waard en daarmee kun je het spel winnen.

Naast het spel, besteedt Chemie is Overal ook aandacht aan onderwijs, onderzoek en carrière. Er wordt goed, kort en duidelijk uitgelegd waar chemie om draait, waarin onderzoek gedaan wordt en wat voor carrièremogelijkheden je dus hebt als chemicus. Drie voorbeelden waar kort over wordt gesproken zijn de analist, de veiligheidsadviseur en de assistent-plantmanager. Natuurlijk moet ik opmerken dat dit de chemie te kort doet, omdat er nog veel meer mogelijkheden zijn voor een professioneel chemicus.

Sinds februari heeft de Chemie is Overal-website een nieuw onderdeel dat vorige week werd aangekondigd: een weblog. De mannen achter de weblog brengen “grappige, inspirerende en leerzame actualiteiten die duidelijk maken dat chemie overal is.” De blog geeft hapklare brokjes chemie die laten zien wat chemie is. Of zoals ik iemand al positief hoorde opmerken: “Kennislink op fastfoodniveau.” Dit kunnen leuke opmerkelijkheden zijn, interessante features, maar ook Periodic Video’s en de Scheikundejongens worden geregeld aangehaald.

Sportief als we zijn, willen we — als medebewoners van de blogosphere — de mannen achter de Chemie is Overal weblog heel veel succes en plezier wensen.

Scheikundejongens op Facebook

Sinds deze week zijn de Scheikundejongens niet alleen te volgen via Twitter@SJs_nl, maar ook via Facebook. Je zal daar bericht-updates vinden, maar er is hoofdzakelijk ruimte voor jullie. Dus wordt fan van ons door op het “Vind ik leuk”-knopje te klikken en voel je vrij een berichtje achter te laten op ons Prikbord.

Politiek over nanotechnologie

Woensdag aanstaande mogen we weer stemmen en omdat de Scheikundejongens scheikundigen zijn, willen we dat er gelet wordt op onderzoek en onderwijs. Nu zouden we natuurlijk een mooie opsomming kunnen geven van wat elke partij daarvan vindt, maar iedere weldenkende partij vindt onderzoek (tot op een bepaalde hoogte) natuurlijk een goed idee. Er is ten hoogste discussie over de onderwerpen van het onderzoek. En wat is nou het interessantste voor ons? Precies, nanotechnologie.

Er is al veel onzinnigs geroepen over nanotechnologie en teveel mensen die hier te weinig vanaf weten, hebben over nanotechnologie een mening. Vinden wij. Lang verhaal kort, de Scheikundejongens hebben alle partijprogramma’s gedownload en eens gezocht op ‘nano-‘ en dit zijn onze bevindingen.

Te beginnen met een opsomming van partijen die niks over nano(technologie) in hun partijprogramma hebben: SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, CDA, Christen Unie, VVD, TON, PVV, Piratenpartij, Heel NL, Nieuw Nederland en Lijst 17. Voor de oplettende lezer met een tel-obsessie: lijst 11 doet niet mee aan de verkiezingen. De volgende partijen hebben wel iets te melden over nanotechnologie: D66, SGP, MenS en Partij één.

D66
Nederland is een land van ondernemen, handel en bedrijvigheid. De ‘parels’ van onze economie zijn waterbeheer en innovatieve voeding, maar ook hightech materialen & -systemen en creatieve producten. En tegenwoordig ook nano-technologie, gaming en industriële design-producten. Deze sterktes van ons land kunnen en moeten we in de toekomst uitbouwen. Daar gaan we ons geld mee verdienen in de toekomst. Nederland als onmisbaar knooppunt in het internationale bedrijfsleven.
(…)
Investeren in innovatie. D66 wil innovatie in biomedische ontwikkelingen zoals biobanken, nanotechnologie en stamcelonderzoek ruim baan geven door een ruimhartig beleid en door onderzoeks- en implementatiegelden ter beschikking te stellen. Zorgconsumenten moeten nauw bij innovaties betrokken zijn.

SGP
De voortschrijdende potentie van bijvoorbeeld nano- en biotechnologie roept in heel de maatschappij fundamentele vragen op: Wat is leven eigenlijk? Waar de moderne mens zichzelf tot maat van alle dingen heeft verklaard en niet goed raad weet met deze fundamentele vragen, heeft de SGP hier wel een duidelijke en waardevolle visie op. God heeft het leven geschapen. Zijn Woord is de maat van alle dingen.
Concreet:
– De SGP is tegen genetische modificatie van dieren. De SGP is ook tegen genetische modificatie van gewassen als genen van niet aanverwante soorten ingezet worden. Bij zwaarwegende humane, medische redenen kan hierop een uitzondering gemaakt worden.
– De overheid moet zorg dragen voor een voedselketen die vrij is van genetisch gemodificeerd materiaal.
– Het octrooirecht op genen en plantenrassen moet herzien worden.
– Het maatschappelijk debat over de ontwikkeling en toepassing van technologieën die vergaande invloed hebben op het leven op aarde moet vroegtijdig geïnitieerd en gevoerd worden.

MenS
Nieuwe technologieën
Nieuwe technologieën zijn in ontwikkeling. Zij zijn echter zo ingewikkeld dat het maatschappelijk debat erover stil valt. Te denken valt aan gentechnologie, chiptechnologie en nanotechnologie. Deze wetenschap kan leiden tot nieuwe technieken, maar brengt ook gevaren en risico’s met zich mee. Bij de ontwikkeling en inzet van deze technologieën is wijsheid essentieel. Een dialoog moet op gang worden gebracht aan de hand van simpele, alledaagse voorbeelden en scenario’s, zodat goed overdacht gen-, chip- en nanobeleid kan worden geformuleerd. Het voorzorgsprincipe dient hier altijd het uitgangspunt te zijn.

Partij één
Exponentiele Trends
Steeds meer wetenschappers en longterm trend watchers zijn er van overtuigd dat veel van de meest belangrijke ontwikkelingen niet liniair zijn maar exponentieel zijn van aard. Ray Kurzweil onderbouwt deze theorie in zijn boek ‘The Singularity is Near’. Kurzweil doet belangrijke voorspellingen over de ontwikkeling van technologie die de koers van de mensheid voorgoed zullen veranderen.
Zo zullen we volgens Kurzweil al voor 2030 computers hebben van één000 euro of minder waarvan de prestaties het menselijk brein evenaren. De groei in computerprestaties is exponentieel, dat wil zeggen dat hij steeds sneller gaat doordat hij vermenigvuldigd wordt met een bepaalde factor. Maar niet alleen in de snelheid van computers zien we deze accelererende groei. Ook bijvoorbeeld in biomedisch wetenschap, nano-technologie, wereldbevolkingsgroei, of milieuvervuiling en het opmaken van grondstoffen.

De Juiste Houding
Kenmerkend aan exponentiële groeitrends is dat ze steeds steiler gaan lopen. En als de trend zich zo voortzet word de situatie onhoudbaar en onvoorspelbaar. Dit betekent dat wij, binnen ons huidige systeem van denken en doen, geen antwoord hebben op waar deze trends heen gaan en wat we moeten doen tegen de tijd dat het zo ver is. Als we erkennen dat belangrijke ontwikkelingen exponentieel zijn, kunnen we op drie mogelijke manieren reageren: één) Ontkennen dat er iets aan de hand is; 2) ontwikkelingen tegen proberen te houden, oftewel vasthouden aan het oude bekende; 3) ontwikkelingen erkennen, en onze paradigma’s aanpassen. Deze laatste reactie is de enige juiste en zal leiden tot het identificeren van nieuwe kansen en zal de deur openen voor welvaart en groei.

Wat hebben we nou geleerd? Er zijn veel partijen die zich niet druk maken over nanotechnologie. Dat kan zijn omdat ze er niks vanaf weten, of omdat ze door hebben hoe nanotechnologie zich verhoudt tot natuur- en scheikunde.

D66 wil nanotechnologie ruim baan geven, maar zegt wel iets raars over nanotechnologie. Ze noemen het een biomedische ontwikkeling — en dat is nanotechnologie natuurlijk niet helemaal.

De SGP heeft wat mij betreft een wat lastig verhaal en ik krijg het idee dat ze hun standpunt over nanotechnologie niet helemaal (helemaal niet) uiteenzetten.

MenS heeft wat mij betreft een wat amateuristisch partijprogramma, maar eerlijk is eerlijk, hun standpunt over nanotechnologie is erg realistisch: “Nieuwe technologieën (…) zijn zo ingewikkeld dat het maatschappelijk debat erover stil valt.” Nu kun je jezelf afvragen hoe terecht dit is. Simpele voorbeelden over teddyberen die giftig zouden kunnen zijn zijn wel beeldend, maar niet representatief.

Van Partij één moet ik een beetje huilen. Afgezien van dat er iets mis is gegaan met een find-replace actie, hebben ze geen idee over wat exponentieel betekent. Ze zullen wel de taalkundige ‘exponentieel’ bedoelen, dat zoiets als ‘eerst veel en daarna nog meer’ betekent? Typische voorbeelden van zaken die exponentiële groei vertonen zijn niet wetenschap, technologie, milieuvervuiling en het opmaken van grondstoffen. Ik denk dat als we al deze zaken zouden kwantificeren (op welke manier dan ook), dan een fit met een exponentiële functie op niks uitloopt. Toch schattig geprobeerd. En wat hun punt nou is? Ik denk dat we dat boek moeten gaan lezen en accepteren dat er dingen om ons heen veranderen. Lijkt me een slecht idee. Stoffen die niet gecontroleerd zijn op toxiciteit maar potentieel gevaarlijk zijn, toevoegen aan voedingsmiddelen lijkt me een slecht idee. Ons oude paradigma werkt hier prima: nieuwe dingen moet je testen.

Hebben we jullie interesses in de partijprogramma’s gewekt? Dan kunnen jullie ze hier downloaden. Voor interviews over nanotechnologie met een aantal partijen verwijs ik jullie graag door naar de Kennislink Nanotechnologie vakpagina. Tot slot wil ik jullie allemaal oproepen om te stemmen. Blanco stemmen is altijd beter dan niet stemmen.

Ideetje voor het IYC2011

We schreven al eerder over de aankondiging van het Internationale Jaar van de Chemie (IYC) in 2011. Wij riepen op tot een feestje. Twee weken later is de KNCV erg benieuwd naar uw inbreng. Ze verlangden een idee van een half A4, voor eind mei. De haalbaarheid willen ze graag overleggen met U.

Eigenwijs als we zijn, trekken we ons hier niks van aan. Een open verzoek naar jullie allemaal: ons idee.

Schilderij van Ilya Repin en shop door Christopher

Het ultieme toonbeeld van de scheikunde is natuurlijk het periodiek systeem der elementen. Iedereen weet dat de Russische natuur- en scheikundige Dmitri Mendeleev de vormgever van dit fantastische overzicht is. Maar wat niet iedereen weet, is het onderwerp van zijn promotieonderzoek. Ook die goeie ouwe Mendeleev is ooit doctor geworden.

Op 4 februari 1865 sprak hij een rede uit waarna hij werd gepromoveerd tot doctor in de (natuur)wetenschappen. De titel van de rede: “Рассуждение о соединении спирта с водой” (“Verhandeling over de Combinaties van Water met Alcohol”). Conclusie? Als vodka minder dan 38% alcohol bevat, smaakt het waterig; meer dan 38% geeft een branderige smaak. Hoe hij hierachter is gekomen? Het eigenvolume van watermoleculen en ethanolmoleculen, in combinatie met de hoeveelheid ethanolmoleculen die om een watermolecuul passen. Super dik!

Mijn idee is om op vrijdag 4 februari 2011 een feestje te bouwen ter ere van de geweldige Dmitri Mendeleev. We komen samen op een nog nader te bepalen locatie en zullen daar een ode brengen aan al het goede dat de chemie ons voortbracht. De gaafste experimenten zullen gedemonstreerd worden; optredens van bands als The Chemical Brothers en We Are Scientists; lezingen over de overgang van alchemie naar scheikunde; misschien een lezing van prof. dr. Martyn Poliakoff (uit Periodic Videos); een periodieke collectie der elementen; ijsjes maken met vloeibaar stikstof; en natuurlijk is er naderhand een borrel. Wat vinden jullie?

Met dank aan Andrei voor het vertalen van datum en titel van het proefschrift

Nanotechnologie is ook gewoon scheikunde

Deze column verscheen gister op Kennislink.

Sinds een decennium of wat is nanotechnologie hartstikke hip. Volgens definities betreft nanotechnologie alle wetenschap die sleutelt aan materialen waarbij één of meerdere dimensies tussen 1 en 100 nanometer liggen. Een nanometer (nm) is een miljoenste millimeter. Bij het maken van nanomaterialen komt vaak scheikunde kijken, terwijl we voor het verklaren van de eigenschappen juist natuurkunde nodig hebben. Maar nanotechnologie is zo verweven in allerlei natuurwetenschappen dat het zich lastig laat indelen in klassieke termen als natuur- en scheikunde. Om die reden wordt nanotechnologie ook wel een vakgebied op zich genoemd.

Het speciale aan de nanomaterialen is dat hun eigenschappen niet alleen afhangen van de chemische samenstelling, maar ook van hun grootte. Een bekend voorbeeld hiervan is goud. Goudbolletjes van enkele tientallen nanometer zijn niet meer goudkleurig, maar juist rood. Hoewel men hier destijds geen weet van had – en het toen zeker nog geen nanotechnologie heette – werd dit in de Middeleeuwen al gebruikt om glas in lood een rode kleur te geven. In 1847 was het de Britse natuur- en scheikundige Michael Faraday die er achter kwam dat de rode kleur werd veroorzaakt door de grootte van de goudbolletjes.

Niks nieuws onder de zon dus, zou je zeggen. Dat er momenteel sprake is van zowel een nano-angst als een nano-hype vinden we dan ook behoorlijk vreemd.

Een mooi voorbeeld van nanotechnologie: quantum dots, bolletjes van halfgeleiders van enkele nanometers groot. Afhankelijk van de precieze grootte zenden de quantum dots onder invloed van UV-straling diverse kleuren zichtbaar licht uit. Afbeelding © Scheikundejongens

Nano-angst

Allereerst die angst. Omdat nanomaterialen nieuwe en soms onbekende eigenschappen hebben, kúnnen ze gevaarlijk zijn. Een schoolvoorbeeld van een gevaarlijk – maar ‘puur natuur’ – nanomateriaal is asbest. Op basis van de chemische samenstelling had niemand verwacht dat het schadelijk zou zijn. Asbest is een silicaat, maar het glas in je raam bevat ook silicaten. Alleen gaat het bij asbest om vezels van silicaat, met een diameter van ongeveer 10 nanometer. En die blijken door hun vorm bij inademing onder andere asbestose en tumoren te kunnen veroorzaken.

Er bestaat bij velen de angst dat nanotechnologie het ‘nieuwe asbest’ zal worden. Zo gaan er bijvoorbeeld stemmen op om dan maar alle nanomaterialen in consumentenproducten te verbieden. Een belachelijk voorstel natuurlijk, omdat veel bestaande producten ook onderdelen bevatten die ‘nano’ zijn. Eenvoudige voorbeelden zijn de eiwitten in melk en het beschermende laagje aan de binnenkant van een chipszak. Niet alles wat ‘nano’ is, is meteen gevaarlijk. Maar dat moet natuurlijk wél getest worden voor een product op de markt wordt gebracht.

Hoe classificeren we al deze nieuwe, misschien gevaarlijke, materialen nou? Dit is een belangrijke vraag tegenwoordig en we weten niet hoeveel lezingen we daarover inmiddels gehoord hebben. Allemaal moeilijkdoenerij, want we testen toch ook hoe gevaarlijk niet-nanomaterialen zijn? We weten toch ook heel goed dat je methanol maar beter niet kunt drinken maar dat ethanol (met mate) geen bezwaar is? Waarom kunnen we niet gewoon verplicht stellen om ook alle nanomaterialen voor gebruik in consumentenproducten te laten testen? Het probleem is misschien dat de huidige regelgeving geen onderscheid maakt tussen een blok goud en gouden nanodeeltjes, omdat ze dezelfde chemische samenstelling hebben. Maar dat kan niet zo moeilijk op te lossen zijn.

Pas op! Bevat nanodeeltjes! Afbeelding © Kennislink

Nano-hype

Dan die nano-hype. Laatst kwamen we zinsneden tegen als “nanotechnologie ontwikkelt momenteel nanomaterialen (…)” en “nanotechnologie draagt bij aan duurzame energie”. Dat is net zoiets als “thermodynamica ontwikkelt momenteel ijs om over te kunnen schaatsen”. Nanotechnologie is een nieuw vakgebied, maar nanotechnologie ontwikkelt niets zelf. Dat doen nog altijd de onderzoekers.
Op zich hebben we er niets op tegen dat mensen positief zijn over nanotechnologie. Als je veel over goede ontwikkelingen in een vakgebied leest, dan krijg je daar een warm gevoel bij. Dat is logisch. Maar het kan ook te ver gaan. Soms zijn fans van nanotechnologie als de fans van een rockband. Die hebben ook de neiging te vergeten dat er nog andere bands zijn.

Kortom, er zijn een aantal factoren waar de eigenschappen van een materiaal vanaf hangen. Eerst waren dat vooral chemische samenstelling en stofeigenschappen, maar daar is nu iets nieuws bij gekomen. We weten dat nu ook de grootte (of kleinte, als je wilt) van het materiaal belangrijk is. Het klinkt als een open deur, maar dit is waarom nanotechnologie zo anders is. Toch blijft het gewoon wetenschap. En wetenschap is bedacht door mensen, die de natuur willen beschrijven. In een beschrijving van de natuur is geen plaats voor hypes en angsten. Daar telt alleen objectiviteit.