Night of the Nerds 2011

YES! Het is weer zover. Na het onwaarschijnlijke succes van vorig jaar wordt ook dit jaar weer een Night of the Nerds georganiseerd. En zoals beloofd, zullen ook wij er weer bij zijn. Vorig jaar maakte Bright een video-impressie:

Ook deze keer bestaat het programma uit drie delen: er zijn clinics waarbij je zelf actief aan de slag kan, nerdtalks waarbij specialisten een praatje geven over hun passie en bij de experiences van vorig jaar kon je een hapje insecten eten en op een theremin spelen.

Wat? The Night of the Nerds (website)
Prijs? €5 of €7,50 (reserveren)
Wanneer? Zaterdag 8 oktober 2011
Tijd? Deuren open om 18.30h, programma begint om 19.30h
Waar? Science Center NEMO Amsterdam (kaart)
Twitter? @nightofthenerds #NotN @SJs_nl

Bij de praktische clinics kun je dit jaar onder andere je eigen smartphone app maken, koken met chemie en spelen met augmented reality. De experiences laten je kennismaken met de Shell Eco-Marathon Simulator en games aangestuurd door je eigen hersenen.

De nerdtalk waar wij persoonlijk érg naar uitkijken is die over nanotechnologie. We weten al dat de NOS geen idee heeft wat nanotechnologie inhoudt, dus onze verwachtingen zijn hoog. Skeptisch kijken deze nerds uit naar “de experts met demonstraties.” Andere nerdtalks gaan over de mens als gadget en de chemie van het ruiken.

Maar voor wie is de NotN nou? Vooral VWO’ers met een bètaprofiel en hbo/wo-studenten met technische of bèta-studie. Vorig jaar was ruim 1/3 deel vrouw en dat misstond niet. Ik hoop dat het dit jaar net weer zo’n Feest der Wetenschappen wordt als vorig jaar. Zorg dus dat je erbij bent.

De praktische toepassing van gips

Na een half jaar Zweden is Mark eindelijk weer terug in Nederland. Hoera. En hij is nog niet terug of hij verdiept zich alweer in de praktische toepassingen van gips. Superzielig. Reden om terug te kijken naar een video van onze vrienden van de PToV.

Steunbetuigingen aan Mark mogen hieronder in de commentaren. En als iemand nog een leuk idee heeft voor wat ik op z’n onderarm kan stiften, hoor ik dat ook graag.

Periodiek systeem der drugs

Al tijden heb ik gevreesd met grote vrezen maar de dag is daar: ik vind dat deuntje van Tom Lehrer niet meer zo leuk. Maar goed, het is vrijdag en er is niet zoveel spannends te beleven. Je neerslagreactie vat vlam, je reflux schuimt en je kan nergens die drakenleren-handschoenen vinden. Tijd voor wat onnozele afleiding:

Maar dat was nog niet alles! Scheikundedocent Piet Mellema schreef een alternatief melodietje voor op z’n gitaar en kan supergoeie koffie zetten. Hoera.

Tips van Thijs en Folkert

Waarom de Nederlandse wetenschapsjournalistiek beter moet

Een paar jaar geleden ben ik samen met een vriend van me de Scheikundejongens begonnen. We vonden het leuk om wat te vertellen over de dingen die ons bezig hielden. Door onze blog kwamen we leuke mensen tegen met leuke sites en mooie ideeën. Kennislink was een van de eerste andere wetenschapsblogs die we tegenkwamen. Die zwaar-gesubsidieerde site bestaat uit een heleboel secties, waarvan een paar natuurwetenschappelijk zoals Kennislink|Scheikunde. En na zoveel jaar kan ik wel stellen dat we leuk contact hebben met Kennislink.

De Scheikundejongens zie ik ook als een plek waar ik kan leren schrijven. Op de universiteit leer ik Engelstalige wetenschappelijke verslagen en artikelen te schrijven, maar voor de Scheikundejongens schrijven vind ik eigenlijk lastiger. Ik heb een slechter beeld van wie mijn publiek is, materie compleet behandelen is veel gemakkelijker dan materie begrijpelijk opschrijven, en op de universiteit zijn er veel mensen die me willen leren schrijven. Mark en ik geven elkaar wel veel tips en commentaar, maar dat is toch een beetje zelf het wiel uit proberen te vinden. Wetenschapsjournalistiek is moeilijk.

Maar, wetenschapsjournalistiek is wel belangrijk. Vandaag opende de nrc.next op de voorpagina met “Wetenschap is ook maar een mening.” Ik kan wel huilen als ik dat soort dingen lees. Gelukkig is het bijbehorende artikel genuanceerder. We leren uit het stukje dat iedereen met toegang tot Internet en scholing, mee kan doen aan wetenschappelijk denken. Wikipedia is voor praktisch iedereen leesbaar en relatief “(…) veel mensen hebben enkele jaren training gehad in kritisch denken.” Maar is dat genoeg? Kan iedereen nu alles begrijpen? Ik denk het namelijk niet. Want wie zegt dat je het bij het juiste eind hebt? Een pagina die je op Internet hebt gevonden, of een fysiek iemand die zich jaren heeft verdiept in het onderwerp?

Wetenschapsjournalistiek moet zorgen voor begrijpelijke én betrouwbare informatie. Hartstikke fijn dat er een mooi artikel in Nature of Science staat, maar wie leest dat? En wie begrijpt dat? Pas als de Quest of de wetenschapsredactie van een fatsoenlijke krant zich er over heeft gebogen, krijgt het brede publiek hapklare brokken informatie. De nuance die in een wetenschappelijk artikel staat, kan niet goed begrepen worden door een leek, dus zal iemand dat op moeten breken in concrete feiten. Voorbeeld: een artikel in Nature claimt dat nieuw onderzoek op het gebied van kanker, een bepaald medicijn beschikbaar maakt. Wat de wetenschappers die dit lezen begrijpen — en wat de wetenschapsjournalist die hierover bericht moet opschrijven — is dat voordat een medicijn op de markt komt, er nog járen (15–20) klinische proeven gedaan moeten worden. Het denkkader waar wetenschappers jarenlang in getraind zijn, moet door wetenschapsjournalisten kant-en-klaar aangeleverd worden voor de geïnteresseerde lezer.

Maar nu terug naar mijn stelling: waarom is de Nederlandse wetenschapsjournalistiek, ondanks het belang, zo ongezond? Politici schermen graag met het gegeven dat Nederland een kenniseconomie is. Mijn observatie is dat er in Nederland weinig ongesubsidieerde blogs zijn met een wetenschappelijke tint. Die van de Wiskundemeisjes, Sciencepalooza en die van ons zijn de énige blogs waarvan ik zeker weet dat ze niet zwaar gesponsord worden en met hoge regelmaat wat schrijven. Maar dan zijn de Wiskundemeisjes eigenlijk alweer gestopt met bloggen. Nota bene: als ik iets over het hoofd zie, laat me dat alsjeblieft weten in de commentaren hieronder.

Iets anders waar ik me al jaren over verbaas, is de hoeveelheid redactie van het gemiddelde wetenschapskatern. Of dat nu een krant is, of een website, of voor mijn part de NOS. Wetenschap is niet iets dat je er eventjes bij doet. Wetenschap is niet een kwestie van ik vind dat-en-dat en hij vindt van niet. Wetenschap is exact en genuanceerd. Waarover je moet nadenken en waarin je gemakkelijk fouten maakt. Een wetenschapsredactie is niet iets dat uit één persoon kán bestaan. Uit principe moet een wetenschapsredactie uit meerdere mensen bestaan, anders kun je elkaar niet controleren en bekritiseren.

Tot slot is er dan nog het gebrek aan interesse. Of nee, interesse is het verkeerde woord. Aanzien. En dan heb ik het niet over de kwestie ‘vleeseters zijn hufters,’ maar over wat de gemiddelde middelbare scholier van wetenschap vindt. Misconcepties waar ik heel ongelukkig van word, zijn: beta is alleen voor jongens; wetenschap is saai; beta is voor nerds; het is okay om niet goed te zijn in wiskunde of beta; enzovoorts. Toch hebben maar weinig scholieren door dat kleine tweaks en hacks op hun computer, of het nadenken over hoe je het best kan levelen, eigenlijk al wetenschappelijk is. En dat is okay. Niks om je voor te schamen. In tegendeel, iets waar scholieren eigenlijk veel meer in gestimuleerd kunnen worden.

Wetenschap is belangrijk en het begrip van wetenschap hoort bij deze tijd. Maar er wordt te weinig aandacht besteed aan het uitleggen van wetenschap na de middelbare school. Steeds meer mensen hebben kritisch leren denken, maar ik denk dat veel mensen nog foute conclusies trekken. En de wetenschapsjournalistiek moet harder z’n best doen om dat te veranderen.

De zaak van de zwavelzuurcentrale — door John Cleese

Ach ja, de verborgen schatten van YouTube. Hier hebben we er eentje. Een schoolvideo uit de jaren 1976 over zwavelzuur, voorzien van commentaar door John Cleese. Het filmpje is geupload in mei dit jaar met de vriendelijke toestemming van Akzo Nobel / ICI.

In het Engelstalige filmpje volgen we een typisch Britse detective die veel referenties maakt naar Sherlock Holmes en diens auteur. De detective heeft natuurlijk een hond bij zich want tegen jezelf praten is ook maar zozo. Die lieve schoolkindertjes moesten in de jaren ’70 natuurlijk al die LSD-verleidingen weerstaan, dus een rolmodel dat hardop in zichzelf praat zou fout zijn. Zelf vind ik het filmpje erg leuk, maar dat ligt natuurlijk vooral aan de commentator en zijn ‘stiekeme’ gastrol in het avontuur.

Disclaimer: ik heb geen technische scheikunde gestudeerd dus ik heb werkelijk geen idee hoe verouderd de systemen zijn die uitgelegd worden. Maar, het YouTube-bijschrift stelt met olijke zekerheid dat het filmpje nog altijd op scholen in het Verenigd Koninkrijk vertoond wordt. Toegegeven, het is een erg goed verhaal, maar ik zou me kunnen voorstellen dat er scholieren zijn die de veroudering van het filmpje op zouden merken. Vooral als de docent hiervoor speciaal de VHS recorder af moest stoffen.

Bonusvideo over Oleum hier. Gemaakt door een amateuristische sukkel omdat hij verkeerde handschoenen draagt, z’n ballonpipet ondersteboven houdt en hij in z’n eentje in een lab (of nog erger, thuis?) werkt.

Tip via Sciencebase