Te weinig tekens

Zo, nu is het wel weer genoeg geweest. Mijn docenten wiskunde en natuurkunde klaagden maar raak: “Sorry, maar deze k betekent iets anders dan die k.” En niet één keer, nee nee, geregeld. Presentaties, boeken, artikelen (zowel wetenschappelijke als populair geschreven). Allemaal verwarrend en allemaal hetzelfde probleem. Als we nou appels én peren N noemen, dan zie ik het verschil ook niet meer.

Dus hierbij mijn tip van de dag aan iedereen die wel eens iets schrijft met letters. Gebruik de volgende tekens, en als dat niet genoeg is, kun je er altijd nog super- of subscripts aan toevoegen. En als dát niet genoeg is, zet je er een tilde (~) boven, of een streep erdoorheen ($\hbar$) of gebruik je één van onze tien cijfers (1; 2; 3; 4; 5; 6; 7; 8; 9; 0).

Is dit duidelijk genoeg? Ben ík duidelijk? We hebben veel om uit te kiezen. Doe er iets mee.

Wiki’s voor chemici

Op de middelbare school heerste de doctrine dat de dingen die je op Internet leest, niet te vertrouwen zijn. Als ik nu naar een getal zoek, check ik Wolfram|Alpha en anders biedt Wikipedia uitkomst.

Wikipedia is ooit (januari 2001) begonnen als opvolger van een andere online encyclopedie, waar niet zomaar iedereen artikelen kon aanpassen. Een wiki is een website waarbij iedereen pagina’s (artikelen) kan aanmaken met een specifieke inhoud. Het mooie aan een wiki is dat iedereen ze ook kan aanpassen en naar elkaar kan laten verwijzen. Wikipedia is verreweg de bekendste wiki.

Maar hoe goed is een wiki, en Wikipedia in het speciaal? Die vraag heerst natuurlijk al langer en zal ook altijd moeten blijven. Wikipedia is ooit begonnen uit frustratie. Dat vind ik mooi, dingen die beginnen uit frustratie omdat wat nu bestaat, niet goed genoeg is. Er was behoefte aan een plaats waar objectieve informatie gemakkelijk uitgelegd stond. Wat bedoeld werd, is dat als een chemicus wil opzoeken wat ook alweer de tweede wet van de thermodynamica is, dat in chemische taal wordt uitgelegd. Of als een geoloog niet meer weet hoe het verschil tussen de geografische en geomagnetische pool heet, is dat daar te vinden. Objectieve informatie. Iets met definities en waarden.

Definities en waarden zijn, binnen het dogma van onze natuurwetenschap, objectief, want ze zijn gestandaardiseerd. Er is al genoeg onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van dit soort informatie. Voorheen was de standaard van vertrouwen de Encyclopædia Britannica, al schijnt dat door diezelfde encyclopedie tegen te worden gesproken. Hoe dan ook, er staan ongeveer evenveel fouten in en misschien is dat aanvaardbaar. Pas op, ik heb het over de Engelse Wikipedia.

Maar nu het interessante: de spin-offs voor scheikundigen. De twee grootste die ik ken zijn Chempedia en de ChemWiki. Rara, politiepet.

ChemWiki is een initiatief van een professor van de universiteit van Californië. De website is een wiki, dus iedereen kan bijdragen. Alle onderwerpen zijn netjes gerangschikt naar module: analytische, anorganische, biologische, organische, theoretische en fysische chemie. Er is zelfs een hoofdstuk over veel gebruikte wiskundige methodes voor scheikundigen. De website is nog lang niet af, maar de opzet is er al en enorm uitgebreid. De site is niet alleen voor scheikundestudenten, maar er zijn ook secties voor middelbare scholieren en mensen met een basale kennis van chemie. Een goed alternatief voor Wikipedia, jammer dat hij minder uitgebreid is.

Nu komt er wat raars. Chempedia. Ik weet niet wat ik hiermee aan moet. Het idee is weer dat iedereen zich kan aanmelden, maar de inhoud is anders. Deze website streeft ernaar alle chemische structuren die bekend zijn, te verzamelen… Denk hier eventjes rustig over na.

Goed, dat is veel werk, maar je moet ergens beginnen. De mensen achter Chempedia zijn ook al lekker op weg om een heleboel (organische) structuren te verzamelen. Nu dacht ik dat er ook een heleboel informatie beschikbaar zou zijn over de betreffende stof, maar die kan ik dus niet vinden. Het peer-review systeem (het beoordelen van kennis door je ‘gelijken’) is ook duidelijk, maar waarom? Je krijgt een bepaalde reputatie toegewezen waarbij je punten krijgt voor gewenst gedrag en punten aftrek voor ongewenst gedrag. +15 voor het volledig invullen van je profiel, +5 voor het insturen van een structuur, +5 voor als andere mensen een naam geven aan je structuur en nog wat andere puntenverdelingen voor hoe goed iemand anders jouw naamgeving vindt. Als ik het goed begrijp, worden er dus alleen maar plaatjes van structuren gekoppeld aan namen. Ik vind het ook vervelend dat een structuur soms wel 7 verschillende namen heeft, maar wat is hier nou de lol aan? Want, wat betekent nou een naam? Zou een roos nog steeds als een roos ruiken, als we hem geen roos meer zouden noemen?

Wat ik wil zeggen, is dat dat niet iedere wiki goed werkt. De Engelse Wikipedia over natuurwetenschappelijke onderwerpen vind ik erg goed. De onderwerpen die lastiger objectief te vatten zijn, zijn minder betrouwbaar. De Nederlandse Wikipedia is vaak niet te vertrouwen. Supersorry. Ik heb hoge verwachtingen van ChemWiki. De opzet is goed, maar hij is nog niet af. Chempedia? Ik denk het niet. Geen nut, geen zin, geen hit.

Over een omslagpunt

Als je een brood bakt kun je jezelf een bakker noemen, als je een fiets hebt gerepareerd een fietsenmaker en als je post rondbrengt postbode. Youp zegt dat pas als je je geld eraan kan verdienen, je een cabaretier bent.

Maar wanneer ben je chemicus? Ik gooi wel eens wat bij elkaar, maar ik kan absoluut m’n huur niet bij elkaar sprokkelen met mijn alchemie.

Ondertussen heb ik een bachelor diploma en mag ik ‘BSc’ achter m’n naam zetten. Dat mag je na drie jaar studeren. Ik heb niet zo’n ongelooflijk hoge dunk van die drie jaar. Ofwel, ik kijk meer op tegen m’n leraren dan daarvoor en krijg niet de indruk dat ik veel weet (ofwel, begrijp). Ik krijg ook niet het idee dat er werkgevers in Nederland zijn die me een scheikunde-gerelateerde baan aan kunnen (lees: willen) bieden.

Over een jaar hoop ik m’n masterdiploma te krijgen. Tegenwoordig zet je dan heel stoer ‘MSc’ achter je naam. Vroeger ‘drs.’ ervoor. Als je in Amerika na wat vakken toch niet besluit je PhD (hier: doctoraat) te halen, krijg je bij wijze van gouden handdruk (lees: oprotpremie) een Master of Science titel. Niet heel indrukwekkend, zo’n drop-out label. Niet dat een doctorandus titel (vertaald: ‘hij die nog doctor worden moet’) een mooie uitleg heeft. Ik heb begrepen uit ‘Onder Professoren’ je niet trots hoeft te zijn op een drs. titel, tenzij je bezig bent met je promotieonderzoek.

Stel — en ik zal in m’n handjes knijpen als die dag aan mag breken — ik behaal mijn doctoraat. Naast dat ik pseudo-status geniet en in een hogere salarisschaal ingedeeld wordt, is er geen twijfel meer over of ik chemicus ben. Na ondertussen negen jaar ervaring (een dan aanzienlijk deel van mijn leven) is mijn rugzakje wel vol. Vol genoeg om mezelf voor te stellen als volwaardig chemicus.

Maar wanneer ben ik (wordt men) nou chemicus? Op welk moment ben je mens-af en chemicus-aan? Er zijn wat duidelijke momenten (BSc, MSc, PhD) in het opleidingstraject van een chemicus, maar geen van die drie is duidelijk de overgang zelf. Welke van die drie bepaalt nou of je chemicus bent?

Of is het stiekem geen van drie? Is het ergens tussendoor gebeurd? Zijn het de zuurvlekken in m’n labjas die me gedoopt hebben? Is het eelt op m’n handen van het uittreksels schrijven genoeg teken van kennis? Of is spierpijn in m’n rug van het voorover hangen in een zuurkast genoeg? Is een gebroken fles ammonia (p.a. natuurlijk, heb ik weer) naast een leermoment, ook een omslagmoment?

Opdrogend bloed

Ik hou enorm van een goeie film met een origineel verhaal, goeie acteurs, sterke dialogen en een nieuw wereldbeeld.

Nu kun je de verhaallijn origineel maken, maar ook de wereld waarin het verhaal zich afspeelt: Lord of the Rings, Harry Potter en vooral Avatar. De wereld waarin het verhaal zich afspeelt bestond al, maar door er een creatieve en originele draai aan te geven, ziet iedereen een nieuwe wereld. Een succesformule.

Nu kun je ook nog een stapje dieper gaan. Science-fiction. Ik ben enorme fan van zowel science als fiction, net als de combinatie ervan. Natuurlijk moet ik als ik zoiets kijk, wel wat flexibeler zijn in m’n hoofd. Ik moet accepteren dat de fysica achter een improbability drive niet helemaal sluitend is, maar daardoor niet minder grappig. Ook heb ik er geen problemen mee als iemand opschept over z’n ruimteschip dat wel drie keer sneller kan dan de lichtsnelheid. En dat hij een race uitvloog onder de zoveel parsec.

Maar nu is er een categorie sci-fi waar ik wél problemen mee heb. De soort waarbij het wereldbeeld niet fictief is, maar waarbij fenomenen niet lijken te kloppen. Gisteravond ‘genoten’ van Resident Evil met de mooie Milla Jovovich in de hoofdrol. Voor iedereen die de serie (films) niet kent: het grote bedrijf Umbrella heeft een virus gemaakt. Verrassend genoeg ontsnapt dit virus en laat mensen in zombies veranderen. Natuurlijk komt de kijker dit twee scènes eerder te weten dan Het Reddingsteam. Gelukkig is daar een goed getrainde marinier met een scherp deductievermogen. Hij toont aan dat er iets niet in orde is met het bloed dat hij op de grond vind: “There’s something wrong with this blood. Blood only coagulates when you’re dead.

Nadat de film afgelopen was en op IMDb becijferd, ben ik maar een meer chemisch ingestelde film met Milla Jovovich gaan kijken: The Fifth Element.

Het vloeien van kennis deel 1

Wat ik me eigenlijk pas vrij laat realiseerde, is hoe kennis stroomt. Ik lees wel eens een boek en daar leer ik dan uit. Misschien klinkt de vraag wat suffig en lijkt het antwoord voor de hand te liggen, maar toch wist ik een hele tijd niet hoeveel gedoe het is voordat we iets tot ‘waar’ bestempelen.

Alles wat ik ooit over (bijvoorbeeld) scheikunde weet, heeft iemand ooit uitgezocht en opgeschreven. Dat is weer door anderen gelezen, misschien eens vertaald en nog een keer opgeschreven. Weer iemand anders… enzovoorts. Nu is het mooie aan natuurwetenschappen (scheikunde, biologie en natuurkunde, maar ook paleontologie, aardwetenschappen en sterrenkunde) en wiskunde, dat het niet uit maakt hoe de vertaling plaatsvindt. Je kan zeggen dat onze kennis over de natuur robuust is. Er is nou nooit (of in ieder geval extreem weinig) gebakkelei over wat een ander-talige auteur nou precies bedoelde. In de literatuurwetenschappen is dat praktisch een van de hoofdvragen.

Bonus points if you can identify the science in question

Onze taal is de wiskunde. Hoe we dat weten? Ik denk niet dat daar een antwoord op is. Het is een beetje als het kip en het ei. Zijn natuur en wiskunde hetzelfde en heeft de mens alleen maar op hoeven letten om achter de wiskunde te komen, of heeft de mens de wiskunde uitgevonden en is dat de reden waarom we sommige dingen niet kunnen bewijzen? Voor deze levensvragen wijs ik jullie door naar de Wiskundemeisjes. Ik weet dat Jeanine een masters degree heeft in de filosofie van de wiskunde.

Wat voor ons interessant is, is dat wij regels hebben om de natuur te beschrijven. Die regels zijn niet in een natuurlijke taal, zoals Nederlands, Engels of Duits, maar in de fantastische taal, de wiskunde. En dit is de reden waarom de natuurwetenschappen (samen met wiskunde) ‘De Exacte Wetenschappen’ worden genoemd. Geen gezeur over wat er bedoelt wordt. Het is zo, of niet.

Volgende keer vertel ik over wanneer en waarom we iets ‘waar’ noemen en hoe groot de korrel zout is die we er bij nemen.